Tekening: Geraphic Studio / Gerard Nijboer
Tekening: Geraphic Studio / Gerard Nijboer

Masterclass Zorg legt vingers op zere plekken

Actueel 1.104 keer gelezen

Een boeiend avondje dinsdag 12 januari. Eerlijk Alternatief had een Masterclass Zorg georganiseerd met twee ‘docenten’ uit het veld: de zorgkenners Tim Robbe en Bianca den Outer. Zij zijn zwaargewichten binnen hun vakgebied en adviseren zowel gemeenten als zorginstellingen en ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten en onze zorgministers. Deze Masterclass was bedoeld voor onder meer gemeenteraadsleden. Niet alle fracties in de raad logden in, maar de hele Masterclass is opgenomen door de griffie en is dus nog terug te kijken en te luisteren.

De bedoeling van het ‘zorgavondje’ was om kenners hun licht te laten schijnen over wat er zoal aan de hand is in het zogeheten ‘sociaal domein’ en in de jeugdzorg. Feit is dat steeds meer jeugdigen gebruik maken van jeugdzorg en dat de verleende jeugdzorg steeds langer duurt en steeds duurder wordt. In bijna alle gemeenten in Nederland rijzen de kosten van de jeugdzorg de pan uit. In 2000 kreeg 1 op de 27 jeugdigen in Nederland professionele jeugdzorg en nu is dat al 1 op de 8. Hoe komt dat? En hoe kan het dat uit onderzoeken naar voren komt dat de Nederlandse jeugdige eigenlijk best happy is. Gemiddeld gelukkiger in elk geval dan leeftijdgenoten in andere landen.

Zes jaar geleden werden de jeugdzorg en de zorg vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) overgeheveld van de Rijksoverheid naar de gemeenten. Dit met de bedoeling dat er gerichter zorg verleend zou worden, omdat de gemeente ‘haar mensen’ beter kent en ook beter weet wat er leeft in wijken en buurten. In Pijnacker-Nootdorp zijn bijvoorbeeld zogenoemde kernteams aan de slag gegaan. Per kern – Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw – kijkt een uit meerdere deskundigen bestaand team integraal naar personen en gezinnen met bepaalde problemen. Het doel is dat problemen gericht en in samenhang worden aangepakt. Je kijkt niet alleen naar de persoonlijke problemen van een jeugdige maar ook naar de gezinssituatie. Hoe is de omgang tussen ouders en kinderen en tussen kinderen onderling? Zijn er spanningen? Zijn er financiële problemen? Uit ervaring blijkt dat er vaak meerdere problemen tegelijk spelen. Ondanks de integrale aanpak met behulp van kernteams zijn ook in Pijnacker de kosten van onder meer jeugdzorg aanzienlijk gestegen. Voor de in de 2018 aangetreden en in de zomer van 2020 opgestapte wethouder Hanneke van de Gevel van Eerlijk Alternatief was dat reden om een proef te doen met ‘praktijkondersteuners’ en die te stationeren bij huisartsen die heel vaak ‘personen met problemen’ meteen doorverwezen naar jeugdzorgprofessionals.


Hanneke van de Gevel.

Uit de proef bleek dat veel problemen via de kernteams en de deskundigheid in die teams relatief eenvoudig op te lossen waren, met besparing van heel veel moeite én kosten. De gemeenteraad besloot daarop de proef voort te zetten.

De masterclass-docenten gingen in op diverse aspecten van deze hele materie. Tim Robbe legde uit dat veel gemeenten na de decentralisatie min of meer zelf het wiel gingen uitvinden. Ieder op zijn/haar eigen wijze. Hij legde uit dat ‘het debat’ vaak niet op de goede manier werd en wordt gevoerd. Zijn verhaal is dat je als gemeenteraad en gemeente eerst moest vaststellen hoe je aankijkt tegen de basiswaarden waarom het draait. Hij onderscheidde vier waarden: gelijkheid, zekerheid/veiligheid, efficiëntie en vrijheid. Vanuit die waarden zou je als gemeenteraad bepaalde normen moeten formuleren en uit die normen vloeit voort: de concrete aanpak, de manier van werken cq de techniek. “Je ziet vaak dat het in debatten allemaal door elkaar loopt. Dat het over concrete gevallen gaat, voordat het beleid en de manier van werken goed geformuleerd zijn. Mijn advies is dat je het debat niet te abstract maakt maar zeker ook niet te concreet. De concrete situatie van mevrouw Janssen in de Marga Klompélaan is niet aan de gemeenteraad maar aan de uitvoerende instanties”, aldus Tim Robbe. “Raadsleden zeggen over schrijnende situaties al snel ‘dat mensen toch geholpen moeten kunnen worden’ en ‘dat we de menselijke maat’ niet uit het oog mogen verliezen. Dat soort dingen klinken mooi, maar als dit soort uitspraken niet verankerd zijn in concreet beleid, dan kun je er op zich niet veel mee.” De concrete situatie is dat na de decentralisatie de kosten alleen maar gestegen zijn en dat het Rijk er iedere keer weer aan te pas moet komen om tekorten aan te zuiveren. Of gemeenten doen zelf een beroep op hun reserves dan wel verhogen de jaarbudgetten voor bepaalde zorgtaken. Bianca den Outer houdt zich net als Tim Robbe beroepsmatig bezig met het adviseren en ondersteunen van zowel gemeenten als zorginstellingen bij zorgproblematiek en ze zijn beide ook betrokken bij provinciale en landelijke onderzoeken rondom de problematiek van toenemende zorgdeelname en alsmaar stijgende kosten. In korte tijd poneerde ze flink wat stellingen en constateringen. De kern van haar verhaal was en is dat er veel meer moeten worden uitgegaan van de eigen kracht en de eigen regie van individuele personen en hun sociale omgeving. Wat is het vermogen van mensen om zinvolle relaties aan te gaan en zinvol deel uit te maken van een gemeenschap? Wat is de definitie van gezondheid? Ga je uit van de beperking cq de kwaal of kijk je vooral naar de mogelijkheden die je nog wel hebt om op eigen kracht met een beetje zorg en ondersteuning zinvol en zelfstandig te functioneren? De vraag is vooral: hoe bereik je dat mensen meer zelf de keuzes gaan bepalen en zelf sturing geven aan hun leven?” Vanuit haar eigen werkpraktijk stelde Bianca den Outer vast dat zeker in de jeugdzorg heel vaak meteen wordt doorverwezen naar de zwaarste en duurste vormen van zorg. Ze constateerde ook dat het doorverwijzen nog steeds heel erg is gebaseerd op automatismen en dat er relatief weinig afstemming en samenwerking is tussen verschillende disciplines en vakgebieden.

Zware overhead
De twintig grootste organisaties op het gebied van jeugdzorg doen allemaal op eigen houtje hun werk. Werken weinig samen, met als gevolg dat ze allemaal een relatief heel zware overhead hebben. Vaak bestaat hun uurtarief voor veertig procent of meer uit overheadkosten van dure gebouwen, managers en noem het allemaal maar op. Zorgorganisaties hebben een bepaald verdienmodel en kregen tot voor kort onbeperkt de gelegenheid om voor zichzelf reclame te maken. En omdat gemeenten en andere instellingen beleidsmatig ‘de hete aardappelen’ doorschoven of afschoven naar de zorgprofessionals, gingen die de beslissingen nemen over de lastige gevallen. Als het beleid niet goed is geformuleerd en de lokale politiek niet bereid is of niet het lef heeft om echte keuzes te maken en het overlaten aan de uitvoerende professionals, dan kunnen de kosten gemakkelijk naar grote hoogten stijgen. Bianca den Outer noemde achterstandswijken in een grote stad als voorbeeld. Armoede, overbewoning, afwezigheid van voorzieningen als internet en ruimte om huiswerk te maken, leiden ertoe dat heel veel kinderen problemen hebben, persoonlijk en op school. Met als bijkomend gevolg problemen en overlast in straten en wijken, zodat de ouderen niet meer de straat op durven. Daarmee gaf ze aan dat jeugdproblematiek niet op zichzelf staat maar direct in verband staat met onderwijs, sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, wijkwerk. Kortom: de totale sociale component speelt mee en jeugdproblematiek is dus veel breder en gaat veel dieper dan de persoon van de jeugdige.

Marieke van Bijnen.

En daarmee zijn we dus weer terug bij de rol van de gemeente en de gemeenteraad. Die zal een samenhangend beleid moeten formuleren en laten uitwerken en daarbij zal ook volop aandacht moeten zijn voor het voorkomen van problemen. Alles hangt met alles samen. En intussen zullen volgens Tim Robbe en Bianca den Outer de lokale politici ook keuzes moeten maken en afbakenen wat wel kan en wat niet. Er is in al die jaren centralisatie te weinig afgebakend en te weinig praktisch gewerkt, met als gevolg dat daar een inhaalslag gemaakt wordt. Tim Robbe vertelde dat de gemeente Groningen daar al ver mee is. Kijk daar eens naar, zodat niet iedere gemeente het wiel hoeft uit te vinden. 

Anderzijds zei Bianca den Outer weer dat de gemeenten ook niet de neiging moeten hebben om elkaar achterna te rennen. Ook hier ligt de waarheid ergens in het midden. Den Outer merkte ook nog op dat gemeenten bij het aantreden van nieuwe raden en colleges de neiging hebben om iedere vier jaar alles weer op de schop te gooien en het weer anders te gaan doen. Is ook niet nodig, vindt zij! Omdat er dan geen continuïteit is. Al met al volop stof tot nadenken voor de raadsleden van Pijnacker-Nootdorp en wethouder Marieke van Bijnen die het sociaal domein en de jeugdzorg onder haar hoede heeft. De raadsleden kregen nog even het woord, maar hielden - om het netjes te zeggen - inhoudelijk hun kruit nog droog. Ze vonden het boeiende materie maar waren er duidelijk nog mee aan het worstelen. De wethouder was wat meer welgemoed en vertelde dat ze al druk bezig is met taken- en kostenafbakening zonder aan kwaliteit in te boeten… 

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant