De achthoekig spartelworm is een kleine donkerrode regenworm (foto: Anne Krediet)
De achthoekig spartelworm is een kleine donkerrode regenworm (foto: Anne Krediet)

Regenwormen op pad

Actueel 1.130 keer gelezen

Begin april kreeg ik het volgende bericht: “Deze week zag ik ’s ochtends op een verhard voetpad langs het Spoorpad in Pijnacker-Nootdorp, tientallen dunne wormen van zo'n tien centimeter lengte. Ik vond het een vreemd gezicht. Is er een verklaring voor?”

Het is vaak lastig om verklaringen te bedenken voor andermans waarnemingen, zeker als de beschrijving van de situatie summier is. Daarom probeer ik met vragen wat extra informatie los te peuteren: “Heb je een foto gemaakt? Waren het gewone regenwormen? Was het fietspad nat? Had het gevroren? Waren de wormen later verdwenen of waren ze dood?” De antwoorden: “Geen foto. Dunne wormen. Pad was droog. Het had niet gevroren. Twee dagen later waren ze er niet.” 

Tsja, daar word ik niet veel wijzer van… Enkele dagen later wandel ik echter in de Groenzoom en daar blijken ook opvallend veel dunne regenwormpjes op de paden te liggen. De meesten zijn dood en verdroogd. Enkele leven nog, maar ze liggen futloos te kronkelen op het asfalt, bakkend in de zon. Het ziet ernaar uit dat ze dit niet lang zullen volhouden. De grond aan weerszijden van het pad is gortdroog en de bovenlaag keihard. Niet zo verwonderlijk, want het is al wekenlang zonnig en droog. Daar houden regenwormen niet van! 

Terwijl ik de situatie in ogenschouw neem borrelt er een mogelijke verklaring op. Door de droogte gaan de wormen op zoek naar een vochtige plek. Vanwege de verharding kunnen ze niet onder het pad door en moeten ze bovengronds oversteken, waarbij ze uitdrogen en sterven. Dit idee leg ik voor aan wormenkenner Anne Krediet. Hij antwoordt: “Het is mij ook opgevallen. Ik ben toevallig net bezig met onderzoek hoe verschillende wormen de droogte in de zomer overleven. De verklaring die jij noemt lijkt me eigenlijk ook de beste, met als aanvulling dat deze soorten waarschijnlijk sowieso vooral bovengronds verplaatsen. Alleen op het pad zijn ze zichtbaarder en drogen ze eerder uit.” 

Anne heeft vorig jaar een determinatiegids uitgegeven: “De Nederlandse regenwormen”, waarin dertig verschillende soorten zijn beschreven. Alleen volwassen regenwormen, met een verdikt stukje in het lijf (zadel of clitellum genaamd), kunnen worden gedetermineerd. Ik heb er niet aan gedacht een wormpje mee te nemen voor determinatie, maar ze waren rood en dun. Anne heeft een vaag vermoeden dat het zou kunnen gaan om de achthoekige spartelworm (Dendrobaena octaedra). Deze wormen zijn strooiseleters, die gangen maken in de toplaag van de bodem en voedsel zoeken tussen de dode bladeren (strooisel).

Caroline

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant