Op de foto: Paul Krüger op vakantie met zijn gezin. V.l.n.r. Schoondochter Lisette (vrouw van Nils), Paul, zoon Nils, vrouw Tineke, dochter Rebecca met Viggo (zoon van Nils en Lisette).
Op de foto: Paul Krüger op vakantie met zijn gezin. V.l.n.r. Schoondochter Lisette (vrouw van Nils), Paul, zoon Nils, vrouw Tineke, dochter Rebecca met Viggo (zoon van Nils en Lisette).

Politieman Paul Krüger openhartig over ziekte: 'Niet kniezen, maar aanpakken'

Actueel 665 keer gelezen

Pijnacker-Nootdorp - Op de website van de Nationale Politie doet politieman Paul Krüger vandaag dapper zijn verhaal. Hij heeft mesothelioom, oftewel ongeneeslijke borstvlieskanker door blootstelling aan asbest. Paul is geen onbekende in Pijnacker. Hij was vanuit het bureau Pijnacker-Nootdorp onder andere betrokken bij de organisatie van grote evenementen in onze gemeente.

'We kunnen niks voor je doen.' Het is eind september 2014 als ik van de dokter te horen krijg dat ik ziek ben. Geen burn-out, zoals ik zelf vermoedde. Ik heb mesothelioom, oftewel ongeneeslijke borstvlieskanker door blootstelling aan asbest. Prognose: 1 tot 2 jaar. Bij uitzondering 3 jaar en bij hóge uitzondering 5 tot 8 jaar. Ik beland in een rollercoaster. Twee weken later beginnen de chemo's, waarvan ik er uiteindelijk vier krijg. Dat is erg heftig. Ik krijg ze in het ziekenhuis in Delft. Daarna stoppen de behandelingen daar en ga ik alleen nog naar het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. En daar krijg ik een maand erna ook preventieve kuren, maar de bijwerkingen daarvan zijn zo erg, dat we ermee stoppen.

Een longarts wijst me erop dat ik in aanmerking kom voor een schadevergoeding via de Asbestregeling van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dat gaat allemaal heel vlot. Binnen 3 maanden krijg ik een bedrag gestort. Dit moet ik terugbetalen als blijkt dat mijn ziekte werkgerelateerd is en er nog een uitkering vanuit een werkgever volgt. De SVB gaat samen met mij na waar ik aan asbest blootgesteld kan zijn. Het enige dat ik me kan herinneren is dat ik zo'n 40 jaar geleden in een garage werkte. Daar ben ik inderdaad weleens met asbest in aanraking gekomen. Mijn rechtsbijstandsverzekering pakt die zaak verder op, de SVB sluit mijn dossier.

Vooral voor mijn vrouw die ik moet gaan achterlaten vind ik het belangrijk dat er een goede regeling komt. Maar het blijkt lastig. De eigenaar van de garage zegt dat ik daar nooit gewerkt heb en er zijn ook geen gegevens meer van zo lang geleden. Als ik mijn persoonlijk dossier bij de politie doorzoek naar bewijs, vind ik een rapport waarin staat dat ik bij een boerderijbrand in 1995 ook bloot ben gesteld aan asbest. Dat was ik helemaal vergeten!

Ik herinner me die brand weer. Het was een grote uitslaande brand in de polder. In een boerderij vol met asbest. Ik assisteerde daar bij een wegafzetting. In die tijd ging dat allemaal heel anders dan nu. Op de plek zelf werd pas bepaald hoe we te werk gingen. Gelukkig wordt tegenwoordig beter gekeken naar de veiligheid van collega's. Nu krijg je van de meldkamer zelfs door via welke weg je naar een brand moet rijden, om zo min mogelijk risico te lopen.

Ik kopieer het rapport en geef dit aan de bedrijfsarts. Die heeft geen enkele twijfel meer. Het rapport is overduidelijk. De mesothelioom wordt nu aangemerkt als beroepsziekte. Ik kende die term niet eens. Er volgen gesprekken met de bedrijfsarts, een arbeidsdeskundige, mensen van de afdeling financiën en de bond waar ik lid van ben. Het is duidelijk dat iedereen me snel en goed wil helpen. Wat een warm gevoel geeft me dat! Een schadevergoeding is binnen 2 maanden geregeld. Zo netjes!

Ook onze korpschef, de heer Bouman, werkt eraan mee en zet zijn handtekening onder het besluit tot schadevergoeding. Ik kan hem daar persoonlijk voor bedanken, want hij komt thuis bij me op bezoek. We babbelen met zijn tweeën een uurtje over politie-, maar ook over privézaken. Een heel leuk gesprek. Dat doet me erg goed. Wat dat betreft gaan we hem missen, want hij is goed voor de mensen.

Ik ben natuurlijk liever gezond dan dat ik een schadebedrag krijg, laat dat duidelijk zijn. Maar ik ben wel blij dat we er nu geen andere zorgen bij hebben. Ik ben dan ook nog steeds heel dankbaar dat er destijds iemand is geweest die alle informatie over de brand zo duidelijk heeft genoteerd.

In de zomer van 2015 gaat het ineens slechter met me. Ik krijg uitval van mijn linkerbeen. En daarna voelt ook mijn linkerarm anders aan. Ik bezoek een neuroloog en die neemt me met spoed op. Bij de MRI-scan blijkt dat ik uitzaaiingen heb in mijn hoofd. Wat een tegenvaller! Helemaal als je bedenkt dat asbestkanker vrijwel nooit uitzaait naar de rest van je lichaam. Ik ben de eerste in Amsterdam waar het ook naar mijn hersens gaat. Opnieuw onderga ik bestralingen. Ik weet nog niet of die geholpen hebben, dat wordt pas over een paar maanden duidelijk.

Ik hoop straks te beginnen met immuuntherapie. Dit is een nieuwe behandeling die het eigen lichaam aanzet tot het aanpakken van de kankercellen. Dan moet ik eerst stoppen met de medicijnen tegen de tumoren in mijn hoofd. Al is de kans op verbetering klein, daar heb ik toch mijn hoop op gevestigd. Ik verwacht niet dat ik volledig genees, maar ik hoop wel dat mijn leven zo verlengd kan worden.

Mensen vragen me wel eens of ik boos ben op de politieorganisatie omdat ik door mijn werk ziek geworden ben. Het is een hard gelag, maar nee, ik voel hierover geen boosheid. Ik ben juist trots dat ik er deel van uitmaak en ging ook altijd met veel plezier naar het werk. Vooral de coördinatie rond evenementen als Koninginnedag en Prinsjesdag was erg leuk om te doen. Toen ik ziek werd heb ik bewust een stap terug gedaan. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel en wil graag dingen afmaken. Daardoor ging ik te lang door. Sinds de tumoren in mijn hoofd ben ik helemaal gestopt. Maar ik houd nog wel contact met de collega's en ga geregeld een bakkie doen.

Als dit je overkomt, dan besef je pas echt dat je moet genieten. Ook als je niet ziek bent. Het is zo zonde als je dat pas inziet als het fout gaat. Ik was voordat ik de diagnose kreeg erg gestrest. Ik was in verweer gegaan tegen beslissingen die genomen waren door de politieorganisatie en had dit verloren. Ik zag op tegen veranderingen die gingen komen. Daarom dacht ik ook dat ik een burn-out had. Toen bleek dat ik kanker had, ben ik het allemaal door een andere bril gaan bekijken. Waar heb ik me nou zo druk om gemaakt?

Tot voor kort zagen mensen niet aan me dat ik ziek ben. Ik loop ook geregeld te fluiten, daar stonden ze weleens raar van te kijken. Maar ze wisten niet dat mijn conditie met sprongen achteruit ging en ik al enorm zweette bij bijvoorbeeld het indraaien van een schroefje. Of dat ik 's middags lag te slapen en 's avonds uitgeblust op de bank zat. Nu kun je het wel aan me zien, omdat ik niet goed loop en door de medicijnen een opgezet gezicht heb. Dat vind ik niet erg, ik heb er geen last van. Het afgelopen jaar heb ik heel veel leuke dingen kunnen doen, zoals met mijn gezin op vakantie. En dat blijf ik ook nog doen zo lang het kan. Ik ben geen kniezer, ik houd van aanpakken. Voor mij is dat positief. Soms zeggen vrienden die langskomen: 'Kom op Paul, je bent ziek man!' Tja, maar wat moet ik dan? Ik geniet, van mijn gezin en van het leven. Dat is Paultje Krüger.

Bron: Politie.nl

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant