Plattelandswoning houdt gemoederen bezig

De gemeente Pijnacker-Nootdorp organiseerde woensdag 10 mei een informatie-avond over ‘de plattelandswoning’. De georganiseerde tuinbouw via Glastuinbouw Nederland en het zogeheten Collectief Wonen in het Buitengebied Pijnacker-Nootdorp hadden van tevoren al hun visitekaartje afgegeven via een brief aan het College van Burgemeester & Wethouders.

Glastuinbouw Nederland regio Oostland wil niets weten van ‘de plattelandswoning’ als juridisch instrument. Het bestemmingsplan Duurzame Tuinbouw moet leidend zijn en iedere woning in de duurzame tuinbouwgebieden moet een bedrijfswoning zijn en onlosmakelijk met de onderneming verbonden zijn en blijven. Het toestaan van burgerwoningen of plattelandswoningen in de tuinbouwgebieden kan de belangen van de tuinbouw en van de tuinbouwbedrijven schaden. Aldus Glastuinbouw Nederland in de brief aan het college.
Een kweker gaf vorige week een simpel praktijkvoorbeeld: een kwekerij heeft een zogenoemde WKK-installatie die stroom opwekt en water verwarmt door gas te verbranden en een ‘burgerbuurman’ maakt aanhoudend bezwaar tegen het brommende geluid van die installatie.

Principieel
Glastuinbouw Nederland stelt zich heel principieel op: als een tuinder zijn bedrijf verkoopt aan de buurman dan moet dat inclusief bedrijfswoning gebeuren. Alleen het bedrijf verkopen en de woning erbuiten laten, dat zou niet mogen gebeuren. Aldus Glastuinbouw Nederland in de brief.
De praktijk is echter dat met name door schaalvergroting in de tuinbouwbuitengebieden voormalige tuinbouwbedrijfswoningen staan die niet meer in gebruik zijn als bedrijfswoning. Een groep mensen vanuit de buitengebieden in Pijnacker-Nootdorp en ook Lansingerland hebben zich verenigd in het Collectief Wonen in het Buitengebied.

Inventarisatie
Het Collectief heeft een inventarisatie gemaakt van ‘de niet meer bedrijfswoningen’ in de buitengebieden van Pijnacker-Nootdorp waar het bestemmingsplan duurzame tuinbouw voorschrijft en komt tot een totaal van rond de 130 woningen die niet meer als bedrijfswoning in gebruik zijn en die dus min of meer illegaal worden bewoond.
Het Collectief vindt dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp cq het college en de raad kleur moeten bekennen en een reële en haalbare oplossing voor het probleem moeten bedenken. Zij zien de plattelandswoning als juridische tussenvorm. De Tweede Kamer heeft daar een wet voor gemaakt: de Wet Plattelandswoning. Het doel van deze wet is om bedrijfswoningen die een sta-in-de-weg zijn voor reconstructie en vernieuwing in plattelandsgebieden een soort ‘tussenbestemming’ te geven. De bestemming plattelandswoning dus.
Grofweg komt het er op neer dat het een agrarische woning blijft en dat de belangen van de bedrijvigheid nabij die woning prioriteit hebben en dat de bewoners van een plattelandswoning dus niet mogen ‘klagen’ over ‘normale hinder’ qua geur, geluid, verkeersbewegingen en waar je verder allemaal nog last van kunt hebben in een buitengebied!

Nieuwe kas
Glastuinbouw Nederland zegt echter dat de eigenaren/bewoners van plattelandswoningen wel degelijk de naburige bedrijvigheid in de weg kunnen zitten. In de brief aan het College van B&W van Pijnacker wordt gesteld dat de eigenaar van een plattelandswoning niet kan ‘klagen’ tegen degene die zijn bedrijf heeft gekocht maar wel tegen andere tuinbouwbedrijven in de omgeving. En verder stelt men dat als een tuinbouwbedrijf een nieuwe kas bouwt, dat er dan ineens toch andere afstandsregels gelden en dat de plattelandswoning vanuit dat oogpunt dus te weinig bescherming biedt aan de duurzame tuinbouwbedrijvigheid.
Dit zijn elementen die juridisch uitgedokterd moeten kunnen worden, zou je zeggen. Het Collectief Wonen in het Buitengebied PN is van plan om een eigen onderzoek te laten verrichten. De zogenoemde trekkingsgebieden Buitengebied West en Buitengebied Oost van het Ondernemersfonds willen dit onderzoek financieren.
Het Collectief is van mening dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp hoe dan ook de plicht heeft om een oplossing te zoeken voor de plusminus 130 eigenaren van voormalige bedrijfswoningen die geen bedrijfswoning meer zijn. Handhaven maar hoe dan? Legaliseren via de plattelandswoning of op een andere manier? Men is van mening dat de gemeente het probleem of niet heeft onderkend, of heeft onderschat of bewust of onbewust de ogen ervoor gesloten heeft.
Vanuit het oogpunt van de tuinbouw zegt het Collectief dat het niet oplossen van het probleem de reconstructie van bestaande tuinbouwgebieden vertraagt, verhindert of zelfs voorkomt, omdat de kopende partij of niet in staat is of geen zin heeft om naast de grond en/of de kas ook de woning te verwerven.
Het bijzondere aan het hele verhaal is dat in Lansingerland zonder slag of stoot ‘de plattelandswoning’ al een aantal jaren geleden is ingevoerd. Het afgelopen weekend hebben we een voormalige kweker in Berkel gesproken die zijn bedrijf heeft verkocht aan ‘de overbuurman’ zonder de bedrijfswoning waar de betreffende ex-kweker is blijven wonen.
“De makelaar die de verkoop regelde, stelde voor om er een plattelandswoning van te maken en dat is ook gebeurd, tot mijn volle tevredenheid en ook die van de koper van mijn bedrijf. Mijn vrouw en ik blijven hier lekker wonen en ik werk nu nog wat mee in mijn vroegere kwekerij die voorlopig nog wordt verhuurd door de nieuwe eigenaar.”

Gesprek
Het lijkt hoog tijd dat Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland eens in gesprek gaan over deze materie. Waarom gebeurt het daar wel en wat vond en vindt Glastuinbouw Nederland daar van? Hoe loopt het daar? Hoe veel voormalige bedrijfswoningen zijn plattelandswoning geworden en waren of zijn er problemen daar? En hoe logisch is het dat in het Oostland Tuinbouwland geen eenduidig beleid wordt gevoerd op dit gebied?
Voorlopig lijkt het er op dat het college en de ambtelijke staf van Pijnacker-Nootdorp die met de materie bezig zijn nog niet staan te trappelen om de plattelandswoning in te voeren als ‘instrument’. Wethouder Bart van Straten liet doorschemeren dat voor het college de belangen van de duurzame tuinbouw leidend zijn. De wethouder gaf ook aan dat de gemeente zelf nog geen inventarisatie heeft gemaakt van hoe het nu precies zit met de ‘bewoning van voormalige bedrijfswoningen’. Om hoe veel woningen gaat het? Om een oordeel te kunnen vellen, moeten de gemeenteraadsfracties natuurlijk wel over de juiste informatie beschikken. Hoe het verder gaat, is nog niet helemaal duidelijk, maar deze discussie krijgt zeker een vervolg! (SO)