Rijp op geel Ginkgo-blad en groene bladeren van muurleeuwenbek. (foto: Marieke Elfferich)
Rijp op geel Ginkgo-blad en groene bladeren van muurleeuwenbek. (foto: Marieke Elfferich)

Rijp en groen

Actueel 1.262 keer gelezen

Als het vriest is het landschap soms bedekt met een laagje rijp. De glinsterende ijskristallen op planten levert fraaie taferelen op, die me doen denken aan de uitdrukking ‘rijp en groen’.

Deze uitdrukking wordt meestal niet gebruikt voor berijpte groene planten, maar in de betekenis van: ‘alles door elkaar, ongeacht het stadium van rijping’. Met een beetje verbeeldingskracht is er wel een verbinding te leggen tussen de letterlijke betekenis en de uitdrukking, want planten overleven de winter in allerlei stadia: als rijp zaad, als groene plant of nog anders.

In het Nederlandse klimaat groeien veel plantensoorten met grote dunne bladeren. Zulke planten produceren met weinig bouwstoffen en veel water een groot bladoppervlak om zoveel mogelijk zonlicht op te vangen. In ons land is water meestal ruim voorhanden, maar zonlicht is vooral in de zomer beschikbaar. Grote dunne bladeren zijn gunstig in de zomer, maar ze zijn meestal niet vorstbestendig. Daarom verliezen veel vaste planten hun bladeren in de herfst. Ze slaan hun voedingstoffen op in wortels, takken en winterknoppen. Eenjarige planten sterven vaak helemaal af in de herfst, nadat ze hun voedingstoffen in rijpe zaden hebben gestopt. Maar een aantal eenjarige wilde planten groeien en bloeien juist uitbundig in zachte winters.

Er zijn ook kruiden, struiken en bomen die in de winter groen blijven. Dergelijke groenblijvende gewassen zijn populair in tuinen, omdat ze het hele jaar door hun decoratieve waarde behouden of als afscheiding blijven fungeren. Ze zijn vaak niet inheems. Bekende groenblijvers zijn naaldbomen, laurier en klimop. De bladeren van groenblijvende gewassen zijn meestal stevig en voorzien van een beschermend waslaagje, waardoor ze minder kwetsbaar zijn voor bevriezing.

Een aantal groenblijvende planten, zoals boerenkool en spruiten, maken ‘antivries’. Deze biologisch verantwoorde antivries ontstaat door de omzetting van zetmeel in suiker. Door de hogere concentratie opgeloste suikers in het plantensap bevriest het minder snel. Als het gaat om eetbare planten dan kan vorst de smaak positief beïnvloeden. Het is al heel lang bekend dat spruiten lekkerder en zoeter worden als ze aan de plant een vorstperiode hebben doorgemaakt. Uit ervaring weet ik dat het geen goed resultaat oplevert om geoogste spruiten in de vriezer te stoppen. Sommige siergewassen maken ook antivries, waaronder de kerstroos. Die hangt slap tijdens vorst en trekt snel op na ontdooien. Binnenkort is de tijd rijp dat het groen weer de overhand krijgt!

Caroline

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant