Eieren van beukenkankerluizen stinken behoorlijk. (foto: Patrick Hendriks)
Eieren van beukenkankerluizen stinken behoorlijk. (foto: Patrick Hendriks)

Eitjes op moeraseik

Actueel

Eind februari schreef Patrick Hendriks uit Pijnacker: “In onze voortuin hebben wij twee moeraseiken staan die ik ieder jaar een beetje snoei. De laatste jaren zie ik dan regelmatig enkele takken met daarop rijen zwarte eitjes. Ook afgelopen zaterdag weer. Als ik erbij kan, knip ik deze takken eruit en gooi ze bij het restafval. Nu vroeg ik mij af of dit eitjes zijn van de eikenprocessierups? Ik heb verder nooit rupsen in de boom gezien.”

De eitjes op de foto’s van Patrick herken ik niet. Op de website van de Vlinderstichting vind ik een foto van de eitjes van de eikenprocessierups. Daar lijken ze in ieder geval niet op. De manier waarop de eitjes op de tak zijn georganiseerd doet me denken aan bladluizen. Een aantal soorten bladluizen legt eieren om de winter te overleven. Aan Patrick vraag ik of hij in zijn moeraseik nog een takje kan vinden met eieren. Het lijkt me interessant om te zien wat er uit komt. Niet veel later heb ik een takje met eieren in huis. De eieren zijn glanzend en behoorlijk groot: circa 1,5 millimeter lang. Dat doet vermoeden dat een bladluis slechts 1 ei kan leggen en niet meerdere, maar dat weet ik niet zeker. Het takje zet ik in een flesje water en daarna in een grote vaas. Die dek ik af met vershoudfolie en plaats hem op de eettafel. De eieren blijken echter dusdanig te stinken dat ik de vaas al snel buiten zet.

Precies een maand later kruipen de eerste bladluisjes uit het ei. Ze zijn zwart en behoorlijk bewegelijk. Ze wandelen vlot over het takje. Er zijn vele soorten bladluizen. Vaak komen ze maar op enkele plantensoorten voor, dus als je weet op welke plant ze zitten kun je soms achterhalen om welke soort bladluis het gaat. Op internet zoek ik naar: ‘bladluizen op moeraseik’. Zo kom ik uit op de beukenkankerluis (Lachnus pallipes). Deze bladluizen komen voor op beuken, maar ook op moeraseiken. Ze danken hun onheilspellende naam aan de onregelmatige woekeringen die ze veroorzaken in de bast van de bomen waar ze op leven.
Het valt me op dat er twee type luizen zijn: met gele poten en voelsprieten of met zwarte. Aan entomoloog Jan Piet Kaas vraag ik of dit het verschil is tussen mannetjes en vrouwtjes. Jan Piet: “Uitkomende eieren zijn allemaal vrouwtjes (Fundatrices) die ook weer vrouwtjes produceren. Alleen laat in het jaar komen er mannetjes tevoorschijn die de vrouwtjes bevruchten waardoor er weer eieren gelegd kunnen worden. Het kan zijn dat de jongen met zwarte poten een uitgeharde cuticula (opperhuid) hebben. De andere met lichte poten zijn wellicht nog niet helemaal uitgehard.”

Caroline