Pijnackernaar de nieuwe Dan Brown?

Pijnacker - Begin juni verscheen De bekentenissen van Petrus, een Da Vinci Code-achtige thriller die zich in Leiden afspeelt. Het boek is de eerste roman van Jeroen Windmeijer, die tot zijn achttiende in Pijnacker woonde. De bekentenissen van Petrus is een onvervalste pageturner waarvan door het grote succes de tweede druk al na drie weken verscheen.

Op 2 oktober 1996 werd in Leiden bij de opgraving van het Romeinse kamp Matilo een bronzen viziermasker gevonden, een vondst die zelfs de landelijke dagbladen haalde. Vanaf het begin doen echter hardnekkige geruchten de ronde dat archeologen op die dag iets veel spectaculairders hebben gevonden. Deze angstvallig verborgen gehouden vondst zou een volledig nieuw licht kunnen werpen op de geschiedenis zoals wij die kennen, en zou bovendien de katholieke kerk op haar grondvesten hebben doen schudden.

De opgraving bij Matilo vormt het uitgangspunt van De Bekentenissen van Petrus. We volgen Peter de Haan, archeoloog aan de Universiteit Leiden, en geschiedenisstudente Judith Cherev, die een eeuwenoude documenten op het spoor komen en verwikkeld raken in een buitengewoon gevaarlijk avontuur.

Theo Veenhof, de eindredacteur van de boeken van Dan Brown én van het boek van Jeroen Windmeijer schrijft: "Ik heb met buitengewoon veel plezier gewerkt aan een boek dat echt opmerkelijk is: boeiend, spannend, vernuftig, héél goed en aannemelijk eind (...). En de Petrus-Judas-briefwisseling in het hart van het boek is echt briljant, het hoort tot het beste oorspronkelijk Nederlandse werk dat ik de laatste tijd onder ogen heb gehad."

Jeroen Windmeijer is antropoloog en publiceerde eerder Poncho's, panfluiten en paardenstaarten over zijn onderzoek onder de hooglandindianen van Otavalo, Ecuador. Hij werkte enkele jaren als reisleider en is nu werkzaam als docent godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school in Leiden.