Afbeelding

Visie van een Afghanistan-veteraan: “En toch was het niet helemaal zinloos”

Actueel 1.789 keer gelezen

Pijnackernaar Ad Verduijn zat eind 2013 begin 2014 als Nederlandse militair driekwart jaar in Afghanistan. Hij was daar adviseur van de Afghaanse politie in opbouw. Op zijn laptop laat hij wat foto’s zien van het landschap en van plekken in steden. 

We zien ook een groepsfoto met hooggeplaatste mensen van de Afghaanse politie en ook wat Amerikaanse functionarissen. “Die foto hou ik voor mezelf. Je weet namelijk nooit of mensen die daar nog wonen in de problemen kunnen raken.”

Natuurlijk heeft Ad – die in Afghanistan 55 werd en die intussen 62 jaar is – de laatste weken met bijzondere belangstelling de ontwikkelingen in Afghanistan gevolgd. Ook hij had niet verwacht dat de taliban zo snel het land zouden terugveroveren, maar anderzijds verbaast het hem toch ook weer niet.

“Het verhaal was dat het regeringsleger 300.000 mensen telde en de taliban 75.000. Bij dat aantal van 300.000 kon je al grote vraagtekens plaatsen omdat de westerse alliantie voor iedere soldaat betaalde. Op papier waren er dus flink wat meer dan in werkelijkheid. Daar komt bij dat de taliban vanuit hun geloofsfanatisme veel strijdlustiger zijn dan de soldaten van het regeringsleger die hun familie niet in gevaar willen brengen.”

Het is voor Ad Verduijn dan ook geen verrassing dat de taliban weer aan de macht zijn, nadat ze in 2001 door de VS en aanhang naar de bergen waren verdreven om van daaruit de strijd voort te zetten en waarbij aan westerse zijde toch enkele duizenden slachtoffers zijn gevallen. Is het offer van hun leven nu voor niets geweest? Die vraag wordt veel gesteld.

Ad Verduijn heeft er zijn eigen mening over. “Als je als militair naar een oorlogssituatie wordt uitgezonden, loop je altijd een zeker risico. Je gaat er met de beste bedoelingen naar toe en als dan na een tijdje alles weer terug is bij af en de verdreven machthebbers van die taliban weer terug zijn, dan ben je geneigd om te zeggen dat het allemaal zinloos was. De vraag is sowieso: hadden we er in 2001 na die aanslagen naar toe moeten gaan? Hadden we ooit naar Irak moeten gaan? Daar heb ik in 2007 en 2008 een tijdje gezeten. De fout die wij al westen steeds weer maken, is dat we onze eigen manier van denken op die volken en die landen willen projecteren. Dat gaat nooit werken. De manier van denken, de familiecultuur, de positie van de landlords vanuit verschillende stammen; het zorgt er voor dat het heel lastig is om blijvende bestuurlijke verandering te realiseren.”

“Uiteindelijk moeten de mensen daar het zelf doen. Maar natuurlijk is het heel erg dat allerlei mooie ontwikkelingen – vrouwen die naar school konden en een studie konden gaan  volgen – nu weer teruggedraaid dreigen te worden. Het is voor de Afghanen heel erg. Het zijn supervriendelijke gastvrije mensen. Mensen ook die echt willen leren en vooruit willen in het leven. Kijk maar naar hoe goed de Afghanen het hier in ons land doen. Dus om terug te komen op de vraag: was het zinloos? Nee toch niet. Er zijn heel veel goede dingen opgezet en ze hebben gezien dat ongelovigen uit het westen toch bereid waren om hun volk ver weg van huis te helpen. Daar blijven toch dingen van hangen en hopelijk kunnen de jongere generaties op de langere termijn toch een bepaalde vernieuwing tot stand gaan brengen.”


Ad Verduijn heeft niet de illusie dat de taliban in vergelijking met de situatie van voor 2001 echt vreedzamer en meer binnen de internationale orde hun nieuwe regime gaan inrichten. “Ze zeggen dat wel maar ik geloof ze zo lang ik ze zie, maar vertrouw ze absoluut niet. Die mensen zijn zo totaal geïndoctrineerd over wat goed en slecht is. Ze leven vanuit het idee dat als ze sneuvelen ze meteen naar de hemel gaan. Bepaalde beschermingsmiddelen die voor een militair normaal zijn, dragen ze ook niet.” 

In 2001 heeft het westen ze verjaagd de bergen in en daar hebben ze rustig afgewacht tot het westen - tot de VS - het een keer zat was. Dat zeiden ze ook: jullie hebben horloges maar wij hebben de tijd. Ze wisten dat de oorlog het westen een miljard euro per dag kost en dat zelfs de VS daar niet eindeloos mee door wilde gaan. Het was dus een kwestie van tijd. Dus stel dat Joe Biden het vertrek nog vijf jaar had uitgesteld, dan was min of meer hetzelfde gebeurd, alleen vijf jaar later.”

Een meer geleidelijke overgang? De taliban bij de regering betrekken? Was dat een optie geweest? Ad Verduijn reageert op deze suggestie met het verhaal van de schorpioen die aan de kikker vraagt of hij hem naar andere kant van de Nijl wil brengen. De kikker is natuurlijk bang dat de schorpioen hem wat zal aandoen, zodra hij bijna bij de overkant is. De schorpioen belooft dat hij dat niet zal doen, maar bijna aan de overkant, prikt de schorpioen de kikker alsnog dood. Zo zal het met de taliban ook gaan. Uiteindelijk willen deze geloofsfanaten toch helemaal vanuit hun eigen denkwereld het land besturen en iedereen die daar niet aan wil voldoen, loopt het gevaar dat zijn kop er af gaat.”

Ad vindt het heel lastig te verteren dat IS-vrouwen die zich van Nederland hadden afgekeerd met een diplomatieke missie worden teruggebracht en dat er heel lastig wordt gedaan over het opnemen van tolken en andere functionarissen die met gevaar voor eigen leven voor de westerse alliantie hebben gewerkt.

Na een loopbaan van zestien jaar bij de landmacht, zeventien jaar bij de luchtmacht en tien jaar bij de marechaussee ging Ad Verduijn in 2019 met pensioen en op dit moment doet hij voor Defensie freelance een IT-project. “Ik ben nog fit en vind dat je hoe dan ook bezig moet blijven. Van mijn militaire loopbaan heb ik zeker geen spijt. Het heeft me veel geleerd over mensen en culturen. En Defensie is een schitterende organisatie om voor te mogen werken.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant