Met de RES wordt ernaar gestreefd om een betaalbare, betrouwbare, veilige en schone energievoorziening voor iedereen in de regio te creëren.
Met de RES wordt ernaar gestreefd om een betaalbare, betrouwbare, veilige en schone energievoorziening voor iedereen in de regio te creëren.

RES: Betaalbare, betrouwbare, veilige en schone energievoorziening

Actueel 651 keer gelezen

Op 18 maart jl. is Regionale Energie Strategie (RES) 1.0 bestuurlijk vrijgegeven voor lokale besluitvorming. De gemeente Pijnacker-Nootdorp is een van de betrokken regiopartijen, die gevraagd wordt om de RES 1.0 vast te stellen. Dit onderwerp werd afgelopen week tijdens de beeldvormende vergadering besproken.

Met de RES wordt ernaar gestreefd om een betaalbare, betrouwbare, veilige en schone energievoorziening voor iedereen in de regio te creëren, waarbij een goede inpassing in het landschap als uitgangspunt genomen wordt. 27 Mei wordt er een besluit genomen over de RES 1.0, de eerste versie van de RES.

Doelstelling
Een belangrijke doelstelling in het nationaal klimaatakkoord is het streven naar de helft minder CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. In 2050 moet dit zelfs 95% verminderd zijn. Jan Willem Maas (PPN) vraagt zich af hoe het zit met het reductiepercentage van de eigen gemeente. In de RES vertaalt de energieregio Rotterdam Den Haag, de afspraken uit het Klimaatakkoord in regionale ambities en oplossingsrichtingen. Wethouder Van Kuppeveld geeft aan dat de lokale ambitie, 100% afname van CO2 uitstoot is. “De ambitie is wat scherper gezet, maar we hopen deze te halen.” Zodra de RES 1.0 door alle regionale betrokkenen is vastgesteld, wordt deze op 1 juli naar het Nationaal Programma RES gestuurd. Vervolgens zal er een beoordeling van de 30 RES’en plaatsvinden, door het Nationaal Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Nationaal Programma RES. Daaruit moet blijken of de landelijke doelstellingen binnen bereik zijn door de ingediende RES’en. Met de RES worden keuzes gemaakt over de toekomstige energiehuishouding in de regio.

Binnen de drie genoemde uitvoeringslijnen (warmte, elektriciteit en brandstoffen) worden een aantal concrete keuzes gemaakt. Bij warmte gaat het om de inzet op besparing, beschikbare warmte, samenwerking, regie bij gemeenten, uitwerken toekomstbeeld en inzetten op passende wet- en regelgeving en financiële instrumenten. Bij elektriciteit gaat het op bandbreedte 2.8-3.2 TWh duurzame opwek op land, behoud of versterking ruimtelijke kwaliteit, inzet zonne-energie daken en parkeerplaatsen (40% van geschikt dakoppervlakte en waterbassins (347 bassins), 350.000 drijvende panelen, geen opwekking in (beschermde) natuur, uitwerken grootschalige opwek in integrale gebiedsgerichte aanpak en binnen overeengekomen afwegingskaders. 

Bij brandstoffen moet men eerst inzetten op vraagreductie, duidelijkheid bieden aan initiatiefnemers. Beschikbaarheid van waterstof voor het verduurzamen van woningen wordt zeker tot 2030 niet voorzien en is daarna ook onzeker. Vanuit de commissie werd de vraag gesteld hoelang er nog gebruik kan worden gemaakt van restwarme. “Hopelijk tot in de eeuwen der eeuwen zal er industrie zijn in Rotterdam”, zegt wethouder Van Kuppeveld. Deze gaat op een gegeven moment over van fossiele brandstoffen zoals olie en gas, naar waterstof en elektriciteit waar ook warmte bij vrij komt.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant