Quirien Haket met de elftalfoto van het vriendenteam van weleer. “In het jubileumjaar hangt die foto boven mijn bed.”
Quirien Haket met de elftalfoto van het vriendenteam van weleer. “In het jubileumjaar hangt die foto boven mijn bed.”

Quirien Haket is jubilerend Oliveo levenslang dankbaar

Actueel 4.586 keer gelezen

Pijnacker - Oliveo Voetbal bestond op 2 juli negentig jaar. De komende tijd duiken we de geschiedenis van deze blauwwitte club. Vandaag doen we dat met Quirien Haket, geboren op 8 januari 1938 en vanaf 1946 tot heden een zeer bevlogen Oliveaan

Negen jaar was Quirien Haket toen hij voor het eerst een wedstrijd van Oliveo 1 zag. Het was in 1946 kort na de Tweede Wereldoorlog. Oliveo speelde op het veld aan de Monnikenweg tegen De Ooievaars, een joodse club uit Den Haag die geen partij was voor Oliveo. Deze vereniging was ernstig verminkt uit de oorlog gekomen. Heel veel leden hadden de oorlog niet overleefd en toch wilde deze vereniging weer voetballen. Wat er met de club was gebeurd maakte veel indruk op Quirien die met zijn iets oudere vriendje Sjaak Overmeer altijd aan het voetballen was.

“Ik ben op mijn negende gaan voetballen maar eigenlijk was dat te jong. Je had in die tijd nog geen F- en E-teams. Nu gaan kinderen op voetbal als ze vijf of zes zijn, maar destijds was dat anders. Oliveo had daar wel wat op gevonden door een jeugdteam op te richten onder de naam DKO: De Kleine Oliveanen. In dat team speelden jongens van negen maar ook van tien, elf en twaalf jaar. Daar werd niet zo precies naar gekeken. We trainden op woensdagmiddag onder leiding van Willem de Bie, die ook als ijscoman bekend was in het dorp. We vroegen dan een ijsje voor vijf cent. Die had hij niet, maar dan pakte hij een ijsje van tien cent, brak dat in twee stukken. Je kreeg de ene helft aan en de andere helft gooide hij in de sloot. En met zijn bijzondere stem zei hij dan: zo die is voor de vissen. Die man gaf ons training, maar veel leerden we niet. Hij zei altijd: naar voren schieten die bal, centeren. Aan opleiding werd toen nog niet veel gedaan. Bij RKDEO in Nootdorp waren ze daar al veel verder mee. Daar leerden ze van achteruit opbouwen en bij Oliveo gaven ze hem gewoon een poeier naar voren.”

Onze leus
Onder goedkeuring van de pastoor en de kapelaan werd op 2 juli 1930 Oliveo opgericht. Onze Leus Is Vooruit En Overwinnen. Dat was de betekenis van de naam. Nederland was in die tijd op basis van geloof sterk verzuild, dus Oliveo was voorbehouden aan katholieken. Zo is Jan Wenteler voor Oliveo verloren gegaan: hij was niet katholiek en mocht tot zijn stomme verbazing geen lid worden, toen hij net als Quirien als klein jongetje gek was van voetbal. En dus ging Jan later ‘van ellende’ naar DSVP. Nou ja, van ellende. Dat valt wel mee: hij heeft er een geweldige club aan gehad en de club aan hem een geweldige vrijwilliger. De vermaarde Nico van Overdam – die van zijn zestiende tot zijn 38ste in het eerste elftal speelde - kreeg op een zeker moment verkering met een niet katholiek meisje uit Amsterdam. Het is dat hij zo’n grote staat van dienst had en belangrijk was voor het eerste team, anders zou hij wellicht de vereniging hebben moeten verlaten. Nu mocht hij blijven. Later is de sporthal van Oliveo naar Nico van Overdam vernoemd.

Oliveo 1 in 1958. Staand vlnr.: Ton Sturkenboom, Sjaak Overmeer, Wim de Vreede, Gerard Rohling, Nico van Overdam, Koos Ruigrok en trainer Joop Everstein. Gehurkt: Freek van der Hoeven, Piet Kouwenhoven, Henk van der Meer, Janus Kouwenhoven, Jan Overmeer. Diverse spelers leven al niet meer. Dit is een mooi moment om hen te gedenken.

Terug naar Quirien Haket die van zijn negende tot zijn 56ste levensjaar actief bij Oliveo voetbalde. Eerst dus bij DKO en andere jeugdteams. Van zijn achttiende tot zijn 27ste speelde hij in het eerste als spelverdeler/middenvelder. Quirien liep de honderd meter in ongeveer twintig seconden en was vanwege zijn naar voren hellende ‘klutsknieën’ ontzettend langzaam. Zijn gebrek aan snelheid moest hij compenseren met techniek en inzicht. “Als ik die kwaliteiten niet had gehad, dan was ik wellicht bij het G-team terecht gekomen, als dat in die tijd zou hebben bestaan.”

Telstar
Oliveo is altijd een enorme uitlaatklap geweest voor de man die het Pijnackerse Weekblad omdoopte tot Telstar, toen deze krant door Drukkerij Raket gemaakt ging worden. Telstar was een van de eerste communicatiesatellieten beging jaren zestig, die door een raket in een baan om de aarde werden geschoten.

Door zijn eigen drukkerijbedrijf stopte Quirien relatief jong met voetballen in de selectie. Hij richtte vervolgens wel een vriendenteam op waarmee hij nog dertig jaar door voetbalde. “Oliveo heeft mijn zo veel plezier, liefde, vriendschap en geluk gebracht. Dat kun je je niet voorstellen. Het was voor mij echt een uitlaatklep. Bij Oliveo ontmoette ik vrienden en bekenden. We hebben wat af gelachen door de jaren heen. En ontzettend veel mooie dingen meegemaakt.”

Quirien Haket torent hoog boven zijn tegenstander uit in een wedstrijd tegen RKDEO. Achter hem Ton Sturkenboom en links Janus Kouwenhoven.

Quirien was er als mannetje van elf bij toen Oliveo in 1949 op het veld aan de Monnikenweg van het legendarische VUC won, met rond het veld 1500 tot 2000 mensen. “VUC speelde op het hoogste niveau en had onder meer international Bertus de Harder in het team. Hij was linksbuiten en stond tegen rechtsback Arie Kerklaan die de wedstrijd van zijn leven speelde. Oliveo had opzettelijk aan de zijkanten van het veld het gras niet gemaaid, dus Bertus de Harder liep zich wel eens vast. Na de zege op VUC moest Oliveo bij Excelsior spelen in de volgende ronde en toen werd er een hele trein voor de supporters vrijgehouden. Jammer genoeg verloor Oliveo maar die zege op VUC bleef jarenlang gevierd worden. Dat was een unicum. Bij het 25-jarig bestaan van Oliveo in 1955 was er een hele revue gemaakt over Oliveo met rooie Frans Tetteroo als muzikale man en Nic van de Besselaar als tekstschrijver. De broers Wim en Kees van Buuren zongen een lied waarin ook de historische overwinning op Vee Uu Cee werd bezongen. Drie avonden lang zat het Parochiehuis nokkie vol.”

Betaalde trainers
Als speler van het eerste heeft Quirien Haket meegemaakt dat Oliveo betaalde trainers van buitenaf ging aantrekken. De eerste was Joop Everstein en later volgden Gerrit van de Klooster en Lies van Geest. Volgens Quirien alle drie vakmannen en ook nog eens hele fijne mensen in de omgang. Oliveo had eerst een knollen- dan wel vlaaienveld langs de Noordweg. Al snel verhuisde de club naar de Monnikenweg, hoek Klapwijkseweg, waar later Oliveo Handbal heel lang speelde en waar nu de nieuwe school van De Tweemaster wordt gebouwd. Oliveo Voetbal zat naar het bedrijf van Van der Kooij. Tussen het veld en Van der Kooij liep een sloot waar net zo veel olie in dreef als water. Dus als de bal in de sloot had gelegen, gooiden de spelers van Oliveo de bal expres op het hoofd van een tegenstander die dan meteen onder de olie zat.

‘Op dat veld vol met mensen; dat veld daar in de zon’ was het altijd feest. Legendarisch was dat er een tribune was gebouwd aan de andere kant van de Monnikenweg. De auto’s en fietsers reden dus tussen de weg en het veld door. Bij de deur van de kantine hing een bord met de tekst “Hier is ’t”. “Deze tekst kwam van Tourwielerploegleider Kees Pellenaars. Die stelde te weinig Brabanders op en die zouden wel eens verhaal gaan halen bij Pellenaars. Die was niet bang voor het bezoek en hing alvast een bordje op met de tekst ‘Hier is ‘t’”, aldus Quirien.

Maastricht
In 1970 verhuisde Oliveo naar het huidige sportpark De Groene Wijdte. Rond 1980 is Quirien ook vijf jaar voorzitter geweest. Op een bepaald moment stond het eerste er zo beroerd voor dat hij als voorzitter zei: ‘Als we alsnog kampioen worden, loop ik vanuit Maastricht naar Pijnacker’. Het ging draaien, Oliveo werd kampioen en Quirien liep in een week tijd van Maastricht naar Pijnacker. Met zijn klutsknieën. Dat redt hij niet meer. Het is nog een wonder dat hij er nog is. Al diverse malen lag hij op het dunne randje tussen leven en dood. Maar ja, nu door corona de viering van het negentigjarig bestaan van Oliveo grotendeels in het water is gevallen, moet Quirien nog tien jaar mee om dan maar het honderdjarig bestaan mee te vieren.

Een beetje meer op afstand volgt hij de club nog intensief. Hij vindt het mooi dat de club nu twee voorzitters heeft die elkaar prachtig aanvullen. Met een grote jeugdafdeling en een prachtige accommodatie is Oliveo nog altijd springlevend, maar wat de tijden na corona gaan brengen is ook voor Quirien een grote vraag. “Je had het programma ‘De wereld draait door’. Intussen vraag je je af: kunnen ze daar niet beter ‘De wereld draait dol’ van maken. Het is echt de vraag waar we naar toe gaan. Maar natuurlijk haalt Oliveo de honderd, maar of ik daar nog bij ben…”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant