Afbeelding

Eindelijk hoger beroep over AOW-wet

Actueel 47.010 keer gelezen

Op 2 juli dient bij de rechtbank in Utrecht eindelijk het hoger beroep dat Pijnackernaar Han Schmitz heeft aangespannen tegen de SVB. Dat is de Sociale Verzekerings Bank, het uitvoeringsorgaan van de AOW, de Algemene Ouderdoms Wet.

Han Schmitz maakt al vele jaren studie van alles wat met pensioen en AOW te maken heeft. Van beroep was hij informatie-analist en in dat vak is vooral het eenduidig en correct formuleren van begrippen van het grootste belang.

Daardoor is Han bij wijze van spreken allergisch voor het verkeerd of wisselend definieren van begrippen in wetten. Vanuit zijn kennis en ervaring zegt hij dat veel wetten ‘rammelen’. Ze zijn niet eenduidig en helder. Dat geldt ook voor de AOW-wet en de Pensioenwet.

In diverse artikelen in de Telstarkrant en op Telstar Online heeft Han daar tekst en uitleg over gegeven. Hij heeft de SVB in 2015 voor de rechter gedaagd omdat hij deze organisatie beschuldigde van ‘overheidsdiefstal’. Met een zorgvuldige beschrijving van heel veel argumenten bepleitte hij zijn standpunt. De rechters deden er niets mee en stelden de SVB zonder argumentatie in het gelijk, zich daarbij beroepend op eerdere rechtszaken die volgens Han ook niet klopten. Schmitz zet dan ook grote vraagtekens bij de integriteit van de Nederlandse rechtspraak.

In het bijgaande artikel wijst hij op de onrechtmatigheid van het ‘afpakken’ van AOW-rechten die inwoners van Nederland vanaf hun vijftiende jaar hebben opgebouwd. Ook beschrijft hij de onrechtmatigheid waarmee de SVB zijn eigen AOW-ingangsdatum drie maanden heeft opgeschoven.

Han Schmitz is eenzame strijder die vecht voor zijn eigen AOW-rechten en die van miljoenen collega-Nederlanders.


Pijnackernaar stelt: 2 juli 2020 D-Day voor uw AOW rechten

Door ing. Han Schmitz

Bijna 5 jaar na 'Bezwaar aantekenen' bij Sociale Verzekeringsbank (SVB), en een rechtszaak in 2017 is er eindelijk op donderdag 2 juli 2020 de 'Hoger beroepzaak' die ik heb aangespannen over de in 2013 gewijzigde AOW-wet.

Waar gaat het over? Over onrecht, arrogantie, integriteit en diefstal. Van uw AOW-geld, voor sommigen veel geld.

Zoals bijna iedereen nu wel weet is vanaf 2013 de AOW-wet gewijzigd.

Kreeg je tot 2013 recht op AOW als je 65 werd, sinds 2013 wordt 'jaarlijks' de leeftijd verhoogd waarop het recht op AOW ingaat. In 2021 moet die leeftijd 67 jaar zijn. De verhogingen daarna worden apart vastgesteld volgens een formule.

In die AOW-wet staat in artikel 7a een lijstje (zie kader) met jaartallen en daarachter hoeveel maanden later de AOW ingaat. Dit ziet er zo uit:

Wie alleen naar de jaren 'in 2013' t/m 'in 2017' kijkt ziet dat alles achter de dubbelepunt begint met '65 jaar', zijnde de 65e verjaardag. Vanaf 'in 2018' begint het echter met '66' of '67 jaar'.

Die verandering is misleidend, omdat de verhogingen waren afgesproken voor 2018 tot 2021 als:

65 jaar en 12 maanden, 65 jaar en 16 maanden, 65 jaar en 20 maanden en 65 jaar en 24 maanden.

Dan ineens blijkt dat ALLE berekeningen worden gemaakt vanaf '65 jaar' zijnde de dag dat iemand de 65-jarige leeftijd bereikt. Een best wel belangrijk gegeven dat nu in de wet verloren is gegaan.

Op grond van de tekst uit Artikel 7a ging ik er vanuit dat het jaar waarin je 65 wordt (bv. in mijn geval ‘in 2015’) bepaalt wat de verhoging is voor de pensioengerechtigde leeftijd. 

Op basis daarvan zou dat voor mij zijn 10 november 2015 + 3 maanden = 10 februari 2016.

Appeltje-eitje zou je denken. Maar niet bij de SVB!

De SVB kwam op 65 jaar en 6 maanden. Hè? Bij navraag kwam eerst een brief van het ministerie SZW.

Die hadden al vanaf 2013 bedacht dat wanneer de berekende 'pensioengerechtigde leeftijd' in het volgende jaar valt, ze de verhoging van dát jaar gingen toepassen. Structureel in het ontwerp van de wet een enorme misser die ingaat tegen alle hedendaagse logica.

Dat betekende dat iedereen (u en ik!) die in een opvolgend jaar zijn AOW zou krijgen nog eens een EXTRA verhoging erachteraan kreeg of krijgt van 1, 3, 4 of zelfs 8 maanden later dan in de wet staat.

Ik vond dat onjuist, en tekende bezwaar aan met een uitgebreide argumentatie. Vervolgens vroeg de SVB of ik wilde wachten op beslissingen van rechters in een aantal lopende rechtszaken over de AOW-wet. Oké, ik wachtte, en wachtte, en wachtte, etc. totdat ik eind 2016 toch een antwoord eiste. 

Bezwaar afgewezen!

Met daaronder de mededeling "Wij hebben u niet uitgenodigd voor een gesprek, ...omdat uw bezwaren ongegrond zijn." Meer niet. Een uitspraak van de SVB, zonder ook maar op één van mijn argumenten in te gaan. Ik vond dat vrij arrogant van de SVB.

Voor mij was dit een onrecht waar ik en met mij heel veel komende AOW-ers de dupe van zouden worden. De SVB dwong mij zo een rechtszaak aan te spannen.

Wat ik ook een onrecht vond is dat voor iedereen geboren tussen 1948 en 1998 het begin van de AOW-opbouw, die is begonnen toen U (en ik) 15 jaar werden, op oneigenlijke gronden wordt onteigend. Bijna niemand weet dit, maar het is een ordinaire diefstal van Uw en mijn AOW-opbouw.

De overheid steelt het eerste deel van uw opgebouwde AOW-rechten, "omdat u die in de verhoging van de AOW-leeftijd immers opnieuw kunt opbouwen"! Vergelijk dit eens met het wettelijk verboden 'proletarisch winkelen'.

Waar ik een groot aantal argumenten extra aanvoerde voor de rechtszaak, kwam de SVB met alleen een verwijzing naar een twijfelachtige tabel in de Memorie van Toelichting (MvT) van de AOW-wet. 

Zo'n MvT is een soort uitleg die bij elke wet wordt gemaakt.

Die tabel kan echter op verschillende manieren worden uitgelegd. Met nog diverse andere fouten in zowel de wet als in de MvT, bepaalt de SVB eigenhandig dat zij niet de AOW-wet volgt maar uitvoert volgens de discutabele tabel. 

De SVB maakt misbruik van onduidelijkheden in de wet, en zoals zo vaak zijn de burgers het slachtoffer.

In augustus 2017 was het zo ver. De rechtszaak bleek een farce, mijn bezwaar werd afgewezen.

Voor mij is het zeker dat de rechter al op voorhand besloten had de SVB gelijk te geven. Niet de SVB kwam met steekhoudende argumenten, maar de rechter voerde twee eerder gevoerde rechtszaken op om de SVB gelijk te kunnen geven.

Saillant detail is dat de SVB in die twee zaken de aangevallen partij was, en twee keer in het gelijk was gesteld. Dús had de SVB zelf die twee uitspraken in de verdediging kunnen inbrengen. Die deden dat niet, maar de rechter wel ten gunste van de SVB!

Voor mij was het duidelijk: vooraf was het al besloten, met een kwalijke inbreng van de rechter.

Hierover heb ik in de Telstar vorig jaar een artikel geschreven met de titel "Integriteit rechtbank bijna nul". Zoek op Telstar Online op die titel als u deze wilt nalezen (in 2 delen).

De discutabele uitspraak van de rechter betekent voor de SVB een vrijbrief om naar eigen interpretatie te gaan rommelen aan elke Wet, wat principieel niet mag maar wél de praktijk is.

En het gevaar is dat alle andere uitvoeringsorganen op dezelfde voet, en met hulp van angstige rechters, u alle mogelijke nadelen kunnen bezorgen zonder teruggefloten te worden.

En nu is er dan op donderdag 2 juli de 'Hoger beroepzaak' bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) met 3 rechters. Mijn steekhoudende argumenten zijn nog verder uitgebreid. Van nieuwe argumenten van de SVB heb ik nog niets gehoord.

Alle wetten bevatten fouten, veel fouten. Vooral het niet definiëren wat bepaalde termen betekenen (zoal bv. AOW-leeftijd) of het verkeerd benoemen of verkeerd gebruiken komt te vaak voor.

En altijd bent ú (!) in het nadeel van een afwijkende uitleg of gebruik.

Zo is in het 'nieuwe Pensioenakkoord' van vorig jaar afgesproken dat de AOW-leeftijd-verhoging met 3 of 4 maanden zou worden verminderd. Velen die na 2019 AOW krijgen denken dat ze daarbij 'beter af' zijn.

Maar wat ze zich niet realiseren is dat de SVB hen eerder al, naast de reguliere verhoging, voor 8 extra maanden heeft benadeeld. Burgers blij met een "sigaar uit eigen doos", de SVB lacht zich rot.

Om dan nog maar niet te spreken over alle - belangrijke- rechten die de vakbonden in dat akkoord voor u (!) hebben verkwanseld.

Ik ga, voor mijzelf en voor U, proberen de rechters te overtuigen dat de AOW-wet teveel fouten bevat, en de SVB ondertussen bijna 1 miljoen AOW-ers EXTRA heeft bestolen van 1, 3 of 4 maanden AOW.

En dan maar hopen dat die rechters wel voldoende ruggengraat hebben om eens een rechtvaardig oordeel te vellen en een keer niet de overheid bij voorbaat gelijk geven.

Het zou de rechtsgang een stuk beter maken.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant