John de Prieëlle met zijn vrouw Thera bij het schilderij van Ries Kleijnen. Dit kreeg hij bij zijn afscheid als burgemeester van Pijnacker. Op het dressoir staat een familietekening gemaakt door een van de kleinkinderen.
John de Prieëlle met zijn vrouw Thera bij het schilderij van Ries Kleijnen. Dit kreeg hij bij zijn afscheid als burgemeester van Pijnacker. Op het dressoir staat een familietekening gemaakt door een van de kleinkinderen.

Hoe gaat het met John de Prieëlle?

Actueel 4.200 keer gelezen

Dit keer een erg bekend gezicht en ereburger in deze rubriek: oud-burgemeester John de Prieëlle. Van 1981 tot 2001 was hij burgemeester van Pijnacker en bleef daarna in het dorp wonen. In een prachtig appartement boven winkelcentrum Ackershof woont hij samen met zijn vrouw Thera, nog geen 200 meter verwijderd van het voormalig raadhuis het Witte Huis. De tafel staat nog vol met kaartjes vanwege hun 49e trouwdag en het appartement hangt vol met foto's van het gezin en de acht kleinkinderen. Volgend jaar, als een waar gouden echtpaar, wordt opnieuw een familieportret gemaakt om aan de muur te hangen.

Naast de bestuurlijke wettelijke taken hoort het lintjes doorknippen en het bezoeken van gouden, diamanten en briljanten echtparen bij het takenpakket van een burgemeester. John de Prieëlle vertelt dat dit tot een van de leukste én leerzaamste bezoeken valt. "Vooral in mijn eerste jaren als burgemeester heb ik veel van de bruidsparen geleerd. Ouderen geven eerlijk hun mening en zo weet je wat onder de bevolking speelt. Ik denk dat ik elke week wel bij een echtpaar op bezoek ging." Zijn vrouw Thera ging vaak mee en bekent dat niet iedereen de lekkerste koffie schonk.

Als een van de langstzittende burgemeesters van Nederland heeft u vele ambtsketens mogen dragen. Mist u de ambtsketen niet? 
"Ik ben in totaal meer dan veertig jaar burgemeester geweest en heb zeker genoten van deze tijd, maar nu geniet ik van mijn vrijheid en de vrije avonden. Ik betrapte mezelf erop dat ik vier avonden in de week weg was. Op een gegeven moment krijg je daar een hekel aan. Als ik nu terug kijk in mijn oude agenda, aan die goede oude tijd, kan ik me niet voorstellen hoe ik het heb volgehouden. Ik maakte dagen van 8 uur 's in de ochtend en was om 11 uur 's avonds thuis. Tot mijn zeventigste, de pensioenleeftijd van een burgemeester, heb ik het vak uitgeoefend. Ik heb het als plezierig ervaren dat ik door mocht werken, maar dan moet je ook de energie en zin hebben om bij elke avondvergadering aan te schuiven."

U bent twintig jaar burgemeester geweest van Pijnacker, waarom heeft u voor dit dorp gekozen? 
"Mijn tijd als burgemeester startte in 1974 in gemeente Hedel in Gelderland. Daarna was ik een jaartje waarnemend burgemeester van gemeente Maurik, maar mijn vrouw en ik wilden terug naar de Randstad. Zo ben ik geboren in Vlaardingen, is mijn vrouw een echte Haagse en wonen onze (schoon)ouders in de Randstad. Daarnaast wilde ik geen burgemeester van een grote stad zijn, een dorp past meer bij mij. In een kleine gemeente ligt het accent van het werk namelijk anders, meer inhoudelijk. Pijnacker had toen twee wethouders, het merendeel van de portefeuilles kreeg ik in handen. Toen ik begon, was Pijnacker een hecht tuindersdorp met zo'n 16.000 inwoners. In 2001 werd Pijnacker en Nootdorp samengevoegd tot één gemeente. Ik was het gezicht van Pijnacker en vond dat de samengevoegde gemeente een nieuw gezicht nodig had. Daarin ben ik niet gestuurd, ik heb zelf het besluit genomen om mijn ontslag in te dienen."
"Later ben ik interim burgemeester, oftewel waarnemend burgemeester, geweest van diverse gemeenten door heel het land. Maar alleen onder de voorwaarde dat ik niet in die gemeente hoefde te wonen. Het kost behoorlijk wat energie om je in te werken in een nieuwe gemeente. Ik zeg altijd dat als je hebt gesproken met een notaris en het hoofd van een school uit de gemeente, je kan achterhalen hoe de gemeente is."

Wat is het meest bijgebleven in uw carrière als burgervader?
"In mijn tijd als burgemeester heb ik alles meegemaakt wat je kan meemaken. Ook de droevige dingen, zoals verkeersongelukken. Samen met de politie moest ik aan iemand vertellen dat zijn partner, ouder of kind was overleden. Gelukkig waren dat uitzonderlijke gevallen, het merendeel bestond uit feestelijke zaken. In die tijd groeide en bloeide Pijnacker, nog steeds trouwens. Zo kijk ik met genoegen terug naar de Oranjefeesten met Rien Bos. Een ander bijzonder punt was het besluit in augustus 1982 om over het spoor te gaan om woningen te bouwen, de 'sprong naar Klapwijk'. Daarnaast maakte de gemeenteraad zich sterk voor het behoud van de Hofplein spoorlijn. Er was een discussie om deze lijn op te heffen omdat volgens tellingen van de NS er te weinig mensen gebruik van maakten. Ik kon dat niet voorstellen en ben zelf in de zomer van 1989 alle reizigers gaan tellen. Er klopte geen hout van. Ik ben ontzettend blij dat de metrolijn is behouden, zeker als je nu kijkt naar het intensieve gebruik. Dat konden we ons vroeger - we praten dan over dertig jaar geleden - niet voorstellen."

U bent vast nog steeds actief voor de maatschappij. Waar houdt u zich zoal mee bezig? 
"Met vele dingen, waaronder voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van Ackershof I. Ik zet me in voor de bewoners van de 88 woningen boven het winkelcentrum. Met zoveel mensen merk je dat we alle kennis inpandig hebben. Het is uitermate fijn wonen hier, alles is dichtbij. Als we boodschappen doen worden we niet eens nat en je vindt wel eens een boodschappenkarretje bij een voordeur. Hiervoor woonden we in de ambtswoning, een prachtig huis met tien kamers. Met buitengewoon veel genoegen woonden we daar totdat we moesten verhuisden. Onvoorstelbaar wat je in al die tijd kan verzamelen."

Wat doet u nog meer in uw vrije tijd?
"Ik ben voorzitter van de Stichting Klank in Beeld en voorzitter van de Algemene Kerkenraad een overkoepelend orgaan van de vier protestantse kerken in Pijnacker. Ook was ik voorzitter van de Raad van Toezicht van Zorginstellingen Pieter van Foreest. Samen met Jan Wenteler en Paul Voshol heb ik mij actief ingezet voor de heropbouw van de 'Scheve Toren' van de Dorpskerk in 2001. Het christelijk geloof is een belangrijke inspiratiebron. Dat probeer ik ook - toen en nu - in mijn dagelijks functioneren uit te dragen. Mijn vrouw en ik lezen graag of wandelen buiten met mooi weer. We volgen al vier jaar een cursus modern Hebreeuws. Dat komt goed van pas bij onze contacten in Israël, waar wij elk jaar een aantal weken verblijven. Dat zijn studiereizen, echt vakantie vieren wij op de prachtige Veluwe en soms een paar weken in Spanje."

Vindt u dat het burgemeesterschap is veranderd? 
"Zeker, de bestuurlijke wereld is flink veranderd. Maar, de burgemeester moet niet als een kerstboom worden opgetuigd met allerlei taken die eigenlijk bij het Openbaar Ministerie thuis horen. Laat de burgemeester vooral een bestuurder zijn, geen crime fighter."

Wat vindt u hoe de huidige burgemeester van Pijnacker Nootdorp, Francisca Ravenstein, het doet? En heeft u nog tips voor de huidige bestuurders? 
"Ze doet het voortreffelijk, behoudt wel wat afstand tot de bevolking. Ze bestuurt op humorvolle wijze en doet dat subliem. De verhouding in het college is goed, een mooie evenwichtige verdeling van partijen. Ik ben blij dat het college aandacht heeft voor vergroening van het centrum in plaats van het maar volbouwen van de schaarse groene gebieden. Laten we in vredesnaam bij het bouwen van alle nieuwe wijken ook rekening houden met het groen. Neem de Dobbeplas en het Bieslandse bos, vroeger een agrarisch gebied, nu een gebied voor natuur en recreatie en als buffer tussen Pijnacker en Nootdorp."

Hoe was het voor uw vrouw om de vrouw van de burgemeester te zijn?
"Die vraag kan ze zelf het beste beantwoorden," grapt hij. Zijn vrouw Thera neemt ook plaats aan de tafel en vertelt: "Je raakt eraan gewend dat je man veel weg is van huis. Mijn vader was predikant, mijn moeder raadslid, dus die waren ook pas 's avonds laat thuis. Ik herinner me nog de tijd dat tijdens raadsvergaderingen sigaren werden gerookt. Het pak van John moest drie dagen buiten hangen om de geur eruit te krijgen." Vol enthousiasme vertelt ze verder. "In het begin vergezelde ik hem vaak, in die tijd ging iedereen ervan uit dat je je man altijd vergezelde bij ceremoniën. Zo moest ik in het lang als hij een jacquet of smoking droeg, maar we waren aardig vooruitstrevend voor die tijd. Ik had een parttime baan als medisch analiste en we verdeelden ons werk zodat er altijd iemand thuis was voor de kinderen. Daarnaast heb ik bezoekwerk gedaan van de kerk."

Mevrouw De Prieëlle vertelt verder: "In de zeventiger jaren kwam de Gelderse commissaris van de Koning op officieel bezoek en dan werd het hele Raadhuisplein met een tandenborstel gepoetst. Na de officiële ontvangst was er 's middags warm eten in het ambtshuis en werd de favoriete cognac de commissaris geschonken. Als vrouw van de burgemeester moest ik met de vrouw van de commissaris optrekken, terwijl de mannen een ander programma hadden. Nu is dat totaal anders. Ik heb mijn man altijd gesteund in zijn werk, ben het gewend van vroeger. We ontmoetten elkaar ook in de politiek, tijdens een conferentie van de jongerenafdeling van het CDA. Op 3 april 1970 trouwden we, kregen drie kinderen en acht kleinkinderen. Onze zoon was ook actief in de politiek. Hij zat voor het CDA - na het vertrek van mijn man - twee perioden in de gemeenteraad van Pijnacker."

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant