Afbeelding

Hoe de huisarts het basisonderwijs nog passender maakt…

Actueel 2.645 keer gelezen

Lokale fracties van enkele politieke partijen in Pijnacker-Nootdorp hadden de maandagavond van 5 november 2018 niet beter kunnen invullen: in Het Nest in Pijnacker-Zuid organiseerden ze een onderwijsdebatavondje met drie leden van de Tweede Kamer die toevallig of niet alle drie een onderwijsachtergrond hadden/hebben: Roelof Bisschop van de SGP, Paul van Meenen van D66 en Rudmer Heerema van de VVD. Het werd een heel leuk gesprek met 'de trap' in het multifunctionele schoolgebouw in Zuid. Op die trap zaten docenten, schoolleiders, ambulant begeleiders, lokale politici en gelukkig ook een paar ouders.

De avond werd uitstekend geleid door Reinoud de Vries, de directeur van Stichting Octant, de organisatie die in Pijnacker-Nootdorp en Ypenburg een achttal basisscholen bestuurt en beheert. De drie Kamerleden draaiden bijna nooit om de hete brij heen en waren ook helemaal niet bezig om elkaar vliegen af te vangen. Daardoor werd het geen politiek avondje. Het ging echt over de inhoud. Het voorstelrondje van de Kamerleden was al heel grappig. Ze hadden dus alle drie in het onderwijs gewerkt en hebben dus kennis van binnenuit. Dat is altijd goed. Rudmer Heerema van de VVD zou geneeskunde gaan studeren, maar moest zijn beste vriend die bij AZ voetbalde naar de sportdocentenopleiding brengen en Rudmer vond het daar zo leuk dat hij meteen een flinke switch maakte: hij werd sportdocent/gymleraar en geen arts. Paul van Meenen van D66 is heel lang wiskundedocent geweest. Op de middelbare school kreeg hij les van mensen die naar zijn gevoel een heerlijk vrij zelfstandig leven hadden. Zo'n leven wilde hij ook: hij werd wiskundeleraar en was dat heel lang met veel plezier totdat hij zes jaar terug de politiek cq de Tweede Kamer in ging als onderwijsspecialist.

Roelof Bisschop van de SGP vertelde vol vuur hoe hij op de middelbare school heerlijke discussies had gehad met zijn docent geschiedenis die voor hem de vensters op de wereld had geopend. Het was een PvdA-er die docent, maar dat had de SGP-man hem 'vergeven'. Hij ging geschiedenis studeren en was zelf daarna heel lang geschiedenisdocent. Drie mooie introducties van voormalige leerkrachten die dus ook hun bijdrage leveren aan het lerarentekort. Maar in de Tweede Kamer zetten ze zich ervoor om het Nederlandse onderwijs nog beter te maken.

Passend onderwijs
Dit debat ging over het basisonderwijs. Stelling 1 was: passend onderwijs is een groot succes. Passend onderwijs is een formele term die betekent: ieder kind heeft recht op dat onderwijs dat het beste bij hem of haar past. Het doel van 'passend onderwijs' was en is om kinderen niet te snel en te gemakkelijk naar het speciaal onderwijs te verwijzen maar dat pas te doen als het kind daar echt beter af is. Passend onderwijs vereist dat basisscholen heel veel specialistische kennis in huis hebben of in huis halen om kinderen 'waar iets mee is' toch binnen de basisschool het beste onderwijs en de beste zorg te bieden. Er is vanuit het passende onderwijs een 'verplicht samenwerkingsverband' waar basisscholen allerlei specialistische kennis vandaan kunnen halen.

Volgens de directeur Jan Grauw van het samenwerkingsverband PPO Haaglanden gaat dat heel goed. Er zijn nul thuiszitters: kinderen waar de ouders geen geschikte school voor kunnen vinden. In Pijnacker-Nootdorp mag het redelijk goed gaan met het passend onderwijs, landelijk is het helemaal nog geen groot succes, stelde Paul van Meenen. Kinderen worden als te hete aardappels van het ene bord naar het andere geschoven, met als gevolg ongelukkige kinderen en wanhopige ouders. De drie Kamerleden waren het er over eens dat 'we' nu niet weer een ander systeem moeten gaan invoeren, waar GroenLinks op aanstuurt. Beter is het om te werken aan wat nog niet goed gaat. Heel grappig was dat de Kamerleden er meer heil in zagen om daar met de verschillende partijen hier in Pijnacker een goede oplossing voor te bedenken dan in de Kamer in Den Haag. Met andere woorden: betrek de scholen, de leerkrachten, de specialisten, de ambulant begeleiders en de ouders erbij.

Verbeterpunten
Er kwamen vervolgens best wat verbeterpunten naar boven, ook hier in Pijnacker-Nootdorp. Enkele ouders gaven aan dat 'als er iets is met een kind' dat er dan soms onnodig een heel circus wordt opgetuigd. Raadslid Marieke van Bijnen, mede-organisator van de avond maar ook moeder van jonge kinderen, vertelde dat een van haar kinderen een training nodig had. De officiële weg vond ze te ingewikkeld worden en dus regelde ze de benodigde 'zorg' via de huisarts. Dat schijnen veel meer mensen hier ter plaatse te doen. Andere ouders stelden dat passend onderwijs vaak te aanbodgericht is. Er worden allerlei deskundigen bij gehaald en meerdere mogelijkheden aangeboden, terwijl dat wat de ouder wil en goed vindt voor het eigen kind eigenlijk heel simpel kan zijn. Een ambulant begeleider vertelde dat problemen bij een kind vaak verergeren omdat het gewoon te lang duurt voordat agenda's zijn afgestemd en afspraken gemaakt. De verhalen kwamen er op neer dat zaken vaak onnodig complex worden gemaakt. De samenwerking en afstemming tussen school en ouders is niet altijd OOGO: op overeenstemming gericht overleg! Raadslid Rob van der Welle, ook mede-organisator en echtgenoot van een intern begeleider, vertelde dat ouders niet zelden weigeren mee te werken aan een 'plan van aanpak' voor hun kind. Het doel van passend onderwijs was en is: van indiceren naar arrangeren. Bij het oude systeem van verwijzing naar het speciaal onderwijs ging het heel veel om het toetsen van allerlei 'papieren criteria' om een indicatie te bepalen. Nu wordt er meer naar het individuele kind gekeken: welke aanpak en welk arrangement is goed voor hem of haar?

Zwaar werk
Feit is dat het 'gewone' werk in de klas op de basisschool zwaarder is geworden. Er zitten in de klas relatief veel kinderen die niet standaard zijn. Kinderen waar 'iets mee is' en die dus bijzondere aandacht en begeleiding vragen. Het gevolg kan zijn dat die kinderen maar zeker ook de kinderen 'waar niets mee is' te weinig aandacht krijgen. Uit een onderzoek zou blijken dat 91 procent van de kinderen eigenlijk te weinig aandacht krijgt. Een grote klas kinderen leiden met heel veel verschillende kinderen die formeel allemaal recht hebben op 'de best passende aanpak' is heel zwaar werk en soms gewoon niet te doen. Kan een docent het in haar eentje nog aan en is die docent wel opgeleid om die verschillende leer- en gedragsproblemen te herkennen en vervolgens de goede keuzes te maken voor het kind? Iemand zei: op de PABO word je nog steeds opgeleid voor het onderwijs aan de standaardleerlingen. En daarmee kwam de discussie op het tweede hoofdpunt van de avond: het lerarentekort en de lerarenopleiding. En in het verlengde daarvan: het imago van het beroep, de salariëring, enzovoort. Ook daarover werd van alles gezegd. De Kamerleden stelden dat de salariëring van docenten op de basisscholen in de lift zit, maar dat het beeld nog steeds is dat je voor het geld niet bij het onderwijs moet zijn. Er waren ook twee ouders van 'gesjeesde PABO-studenten'. Jongens nog wel. En die zijn al zo zeldzaam in het basisonderwijs. De heren waren afgehaakt omdat ze vreesden voor papierwerk en geneuzel. Gewoon lekker vrij lesgeven in je eigen klas– het ideaalbeeld van Paul van Meenen – bestaat niet meer. Er moet heel veel afgestemd en genoteerd worden, alleen ook al omdat in het onderwijs heel veel parttime gewerkt wordt. En dus moeten zaken worden overgedragen. De Kamerleden zeiden wel dat het onderwijs zichzelf ook veel papierwerk oplegt dat ze in Den Haag niet verlangen. Maar misschien de Onderwijsinspectie wel! Het lerarentekort is echt een probleem waardoor ook de kwaliteit van het onderwijs in het geding is. De Kamerleden erkenden dat er jarenlang te weinig aan is gedaan. Nu even snel een inhaalslag maken gaat niet en half opgeleide docenten voor de klas zetten is de oplossing ook niet. Er is een grote stille reserve van mensen die ooit in het onderwijs werkten en nu thuis zitten of wat anders doen. Daar is de hoop op gevestigd!

Rob Wilschut, directeur van basisschool Triangel, gaf de avond aan het eind een positieve wending. "Ik zit veertig jaar in het vak en vind het nog steeds geweldig. Er gebeuren zo veel mooie nieuwe dingen. Ik heb een dochter die net is afgestudeerd aan een prima PABO en met veel energie het vak in gegaan is. En natuurlijk verdienen we een topsalaris met dit mooie werk!" Verdienen en krijgen zijn verschillende dingen. De avond duurde gelukkig niet te lang en werd kort en krachtig afgesloten door onderwijswethouder Peter Hennevanger, ook alweer een docent die geen docent meer is. Voorlopig althans niet!

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant