Vorige week werd er in het gebouw van Telstar een levensechte training gehouden.
Vorige week werd er in het gebouw van Telstar een levensechte training gehouden.

BHV-trainer Bianca Bontenbal: "Knop om en gewoon doen"

Actueel 972 keer gelezen

Pijnacker - "Iedereen vanaf zestien jaar moet kunnen reanimeren." Bianca Bontenbal is stellig, heel stellig. Niet voor niets, zij weet dat haar warme pleidooi voor verplichte kennis van reanimatie vele levens zal redden. Dat is precies waar zij zich dagelijks hard voor maakt.

De 44-jarige Bontenbal is sinds vijf jaar werkzaam als trainer bij BHV(bedrijfshulpverlening)-Nederland, het bedrijf van Pijnackernaar Kees Weerheim. De 'cursisten' die ze voor bedrijven en EHBO-afdelingen het levensreddend handelen eigen maakt, kunnen na de cursus in ieder geval reanimeren, en weten wat te doen bij brand en hoe ze een pand moeten ontruimen.

"Op middelbare scholen werd vroeger ook EHBO-training gegeven; reanimatie was daar onderdeel van, maar dat is allemaal wegbezuinigd. Zonde," vindt de gedreven Bontenbal, "iedereen vanaf zestien jaar moet kunnen reanimeren."

Douche
In sommige gemeenten wordt kinderen van groep 8 van de basisschool wel een EHBO-cursus aangeboden. "Heel zinvol!" Bontenbal kan erover meepraten omdat zij de praktijkgevallen kent. "Twee zusjes van acht en twaalf jaar waren samen thuis, omdat moeder even een boodschap deed. De jongste kreeg kokend water over zich heen, waarna de oudste kordaat haar zusje onder de douche zette. Dat heeft veel erger voorkomen."

AED
Een EHBO-diploma is nooit weg, maar reanimatie is van levensbelang. De AED (Automatische Externe Defibrillator) is daarbij een bijna onmisbaar onderdeel; 10 procent van de reanimatie-behoeftigen overleeft zonder AED, met defibrillator loopt dat percentage op naar 50 tot 60 procent. "En iedereen kan het: knopje aanzetten en opdrachten uitvoeren", onderwijst Bontenbal. "Je krijgt vocale instructies die niets aan duidelijkheid te wensen overlaten."

Wat nog wel goed gecommuniceerd moet worden is waar een AED te vinden is. "Veel bedrijven weten niet dat ze hun AED kunnen registreren bij AED4.EU Watch." Als die registratie er is kunnen ook anderen van de AED gebruik maken.

Hartveiligwonen
Wat niet voor iedereen is weggelegd, maar wel voor mensen die een training hebben gevolgd, is je aanmelden bij HartveiligWonen.

Het initiatief beoogt overal in Nederland een zes-minutenzone te realiseren. 'Een 6-minutenzone is een gebied dat zo is ingericht dat mensen binnen 6 minuten de juiste hulp kunnen bieden bij een hartstilstand: 112 bellen, starten met reanimeren en een AED-inzetten. Hiermee is de kans op overleven van het slachtoffer aanzienlijk vergroot', is te lezen op de site van de Hartstichting. Bianca Bontenbal is een van de 'burgerhulpverleners' die op haar fiets springt om hulp te bieden als er een acute hulpvraag in haar omgeving op haar scherm verschijnt. "Gelukkig ben ik niet de enige, er komen soms wel vijf of zes mensen op een melding af. De eerste die aankomt start de reanimatie, een ander haast zich om de AED te halen. Zo hebben we regelmatig een leven kunnen redden."

Bibbers
Er zijn ook mensen die wel getraind zijn maar onzeker zijn of ze wel juist kunnen handelen in noodsituaties. Bontenbal: "Bij mijn eerste melding, heel veel jaren geleden, dacht ik: als het maar geen reanimatie is. Dat was het wel. Maar echt, als je er voor staat gaat de knop op en dan doe je het gewoon. Pas later komen de bibbers."

Twee per uur
Per week worden 300 Nederlanders getroffen door een hartstilstand. Dat is ongeveer 2 per uur. Iedereen kan thuis, op straat, op het werk en in zijn vrije tijd worden geconfronteerd met een hartstilstand. De kans dat dit een bekende van u is, is een kans van 6 op 10. Een hartstilstand komt altijd onverwacht. Het overkomt elk jaar 15.000 à 16.000 Nederlanders. Buiten het ziekenhuis zijn dat gemiddeld 300 mensen per week. Op het werk, op straat of op de sportclub. De meeste slachtoffers van een hartstilstand zijn thuis (ongeveer 70%). Reanimeren redt levens.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant