Uitspraak IJslandse rechter positief

Pijnacker-Nootdorp - Het College van Pijnacker- Nootdorp is zeer verheugd met de uitspraak van de Hoge Raad in IJsland van vandaag in de twee proefprocessen met betrekking tot de gemeenten Alphen aan den Rijn en Dordrecht.

De Hoge Raad is, net als eerder de IJslandse bewindvoerders van Landsbanki en een lagere rechtbank, van oordeel dat de twee overheden bij voorrang moeten worden terugbetaald uit de boedel van Landsbanki omdat zij deposito’s hadden uitstaan bij de bank. De concurrente, 'niet-preferente' schuldeisers komen pas aan de beurt nadat de preferente schuldeisers volledig zijn betaald.

Volgens de IJslandse wetgever namen deze twee leden van de Noord-Hollandgroep als depositohouders altijd al een voorkeurspositie in. Dit werd aangevochten door grote banken en obligatiehouders die geld hadden geleend aan Landsbanki.

De Noord-Hollandgroep had de twee gemeenten voor een proefproces naar voren geschoven omdat de zaken van Alphen aan den Rijn en Dordrecht in hoge mate vergelijkbaar zijn met de omstandigheden van de andere leden.

"Dit is de grootste stap op weg naar het terugkrijgen van ons geld", aldus wethouder Peter van Haagen. “Politiek gezien is dit altijd een buitengewoon gevoelig dossier geweest. Ik ben dan ook heel blij dat het uiteindelijk toch eind goed, al goed is.” Volgens Van Haagen kan de gemeente mogelijk al dit jaar een eerste uitbetaling tegemoet zien.

De Noord-Hollandgroep bestaat uit de provincie Noord-Holland, de gemeenten Asten, Amstelveen, Alphen aan den Rijn, Dordrecht, Goes, Graafstroom, Naarden, Opmeer, Pijnacker-Nootdorp, Texel, Veere en Zundert, het waterschap Roer en Overmaas, de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en Samenwerking Belasting en Waarderen.