Watersnip zoekt voedsel in de vochtige bodem. (foto: Peter Elfferich)
Watersnip zoekt voedsel in de vochtige bodem. (foto: Peter Elfferich)

Laag water in de Groenzoom

Actueel 1.624 keer gelezen

Op een zonnige zondagmorgen ga ik met mijn echtgenoot naar de Groenzoom om vogels te kijken. Het is begin september en de droge zomer heeft gezorgd voor een ongebruikelijk laag waterpeil in het gebied.

In het ondiepe water zien we honderden watervogels. Op een aantal plekken is de modderige bodem aan de oppervlakte verschenen. Het verse slik heeft veel doortrekkende steltlopers aangelokt die behoefte hebben aan een pitstop. De half opgedroogde plassen vol vogels roepen herinneringen op aan vakanties in Zuid-Europa. Een grote zilverreiger, die met trage vleugelslag overvliegt in de vroege ochtendzon, versterkt de buitenlandse illusie. Al hoef je voor witte reigers tegenwoordig niet meer de grens over… Een meerkoet ploetert moeizaam door het slik als een wadloper. Vele tientallen watersnippen zoeken ijverig naar voedsel. Met hun bizar lange snavels prikken ze razendsnel in de zachte prut als naaimachines. We zien regelmatig watersnippen in de Groenzoom, maar meestal in kleiner aantal en meer verborgen. Vier grutto’s vliegen over. Ze zullen binnenkort waarschijnlijk afreizen naar hun overwinteringsgebieden.

We zien drie soorten ‘zoute steltjes’, oftewel: steltlopers die doorgaans voornamelijk langs de kust te vinden zijn. Het gaat om twee krombekstrandlopers, een stuk of acht bonte strandlopers en enkele bontbekplevieren. In de trektijd hebben we wel eens eerder zoute steltjes gezien in de omgeving van Pijnacker, maar zeker niet vaak. Veel vaker zien we lepelaars en die zijn nu ook van de partij. In een groep van circa dertig lepelaars bevinden zich meerdere jongen van het afgelopen jaar. Het valt me op dat hun korte roze babysnavels in de afgelopen weken donkerder van kleur zijn geworden en flink gegroeid.

Honderden ruiende eenden die in het gebied verblijven hebben talloze veertjes laten vallen. Die zijn samengedreven langs de oever waar ze een witte donzige deken vormen. De mannetjeseenden zijn nog grotendeels in eclipskleed, dus overwegend bruin van kleur. Over enkele weken zullen de heren weer in prachtkleed zijn en makkelijker te determineren. We zien onder andere krakeenden, slobeenden, wilde eenden, wintertalingen en enkele zomertalingen. Twee pijlstaarten verraden hun identiteit door hun sierlijke silhouet. De aanblik van zoveel wilde watervogels bij elkaar vervult me met vreugde over de overvloed die de natuur kan voortbrengen. Maar tegelijkertijd voel ik een lichte bezorgdheid over hun kwetsbaarheid voor hoog pathogene vogelgriepvirussen. We moeten er maar op vertrouwen dat ze zich zullen redden.

Caroline

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant