Afbeelding

Nog één keer het verhaal van Harry Overdevest

Actueel 5.716 keer gelezen

Woensdag 3 maart is Harry Overdevest overleden na een heel korte periode van ziekte. Harry is 71 jaar geworden.

Bij Harry werd recent acute leukemie geconstateerd. Chemo bleek niet aan te slaan en zondag 28 februari werd hij in het ziekenhuis opgenomen. Daar kreeg hij ook nog een herseninfarct. Op de vroege morgen van 3 maart is hij in het bijzijn van zijn dochter Marjolein en zoon Dennis rustig ingeslapen.

Harry was een bekende verschijning in het ‘openbare leven’ van Pijnacker en Berkel, toen dat nog bestond. Als geboren Berkelaar kende hij ontzettend veel mensen en zeer velen kenden hem.

De gepensioneerde veehandelaar praatte met iedereen en kwam graag in een café of op een terras een biertje doen. In de coronatijd viel het niet mee voor hem om van iedere dag iets moois te maken. Toch bleef hij er op uit gaan en ontving hij ook thuis aan de Nieuwkoopseweg vrienden.

Hij bood ook ‘coronaverantwoord onderdak’ aan een motorclub. De ‘rijders’ van deze club zullen woensdag de rouwstoet vooraf gaan vanaf de Nieuwkoopseweg (tegenover De Notelaer) richting het uitvaartcentrum aan de Berkelse Poort 33 waar om 13.15 uur de besloten uitvaart is. Daarna wordt Harry begraven op de RK-begraafplaats aan de Noordeindse Hof in Berkel.

Twee jaar geleden hadden we in Telstar/Eendracht en Hart van Lansingerland een mooi Dorpsgenoteninterview met Harry. Met goedvinden van de familie herplaatsen we dit verhaal bij gelegenheid van het overlijden van deze markante ‘dubbele dorpsgenoot’ die al bijna vijftig jaar in Pijnacker woonde maar toch ook Berkelaar is gebleven!


Blik op Dorpsgenoten: Harry Overdevest

Harry Overdevest woont al sinds het voorjaar van 1972 in Pijnacker, aan de Nieuwkoopseweg, maar hij is een geboren en getogen Berkelaar die nog steeds heel graag een rondje fietst of brommert door Berkel en ook door Rodenrijs. De voormalige veehandelaar moet dan nog regelmatig gedag zeggen en zwaaien.

“Vorige week kwam de fietsclub van ’t Vierkantje bij ’t Hoofdkantoor in Pijnacker even opsteken en van de 24 leden van die fietsclub kende ik er twintig”, zegt Harry tijdens het 45-jarig huwelijksfeest van Jos van Winden en Hannie Kuiten op hun landgoed aan de Munnikenweg tegenover het tomatenbedrijf Red Egg van de familie Ammerlaan.

Harry kent Jos onder andere nog van de Nieuwkoopseweg waar Jos en Hannie jarenlang woonden, totdat ze een paar jaar terug verkasten naar een appartement in Keijzershof. In de zomer zijn ze vooral op het paardenlandje aan de Munnikenweg te vinden. Daar vierden ze zaterdagavond hun zogenoemde ‘saffieren’ bruiloft. Deze steen is van stal gehaald voor de mijlpaal ’45 jaar’. Onder het mom ‘je moet vieren wat je vieren kunt’ want je weet nooit of je de volgende mijlpaal nog haalt, organiseerde het jeugdige fitte paar een heel gezellig feestje met zelfs een heuse zanger en een geweldig barbecuebuffet van de familie De Koning van de Kleihoogt.

Harry Overdevest was een van de vele feestgangers. Dansen is niet zo heel erg aan hem besteed en aan de auteur van dit stukje tekst ook niet. En dus hadden we/ze wel even tijd voor een Dorpsgenotengesprekje voor Hart van Lansingerland.

Dus je bent een geboren en getogen Berkelaar Harry?
Helemaal. Ik ben een zoon van veehandelaar Leen Overdevest uit Berkel en Riet Langeveld uit Voorhout. Mijn vader en moeder hebben elkaar ontmoet in Leiden of omgeving. Mijn vader zat daar in militaire dienst.

Kom je uit een groot gezin?
Wij waren thuis met twaalf kinderen. Ik ben de vijfde. Drie zussen en een broer heb ik boven me. Heerlijk, die drie zussen, want daardoor hoefde ik in mijn jeugd thuis niet zo veel te doen. Ik kon me richten op schapen laaien voor mijn vader die veehandelaar was. Zijn vader – mijn opa dus – was ook veehandelaar. Dat was Jan Overdevest die ze in het dorp Jan Vest noemden omdat hij altijd een kostuum met een vestje droeg. De Overdevesten waren allemaal boer of veehandelaar. Mijn opa had negen broers. Allemaal beren van kerels, groot en breed, en voorzien van een stevige buik. Er waren er bij die 160 kilo wogen. Ze zijn een keer met z’n allen op de weegbrug van meelboer Treurniet gaan staan en met z’n tienen wogen ze 1.200 kilo. Eentje was er timmerman. Dat was Klaas. Die woog niet meer dan zeventig kilo en stak nogal af bij de rest.

Waar komen de Overdevesten oorspronkelijk vandaan?
Ik geloof uit de omgeving Zoeterwoude. Ze hebben daar vandaan Berkel en Rodenrijs behoorlijk overrompeld. Het waren vruchtbare mensen met grote gezinnen en dus zijn er heel wat Overdevesten tegenwoordig.

Hadden jullie een gezellig gezin?
Ontzettend gezellig. We hebben in onze jeugdjaren veel lol gemaakt en heel veel gelachen. We woonden naast Simon Maree aan de Noordeindseweg. En in de buurt woonden allemaal grote gezinnen. Iedereen kende elkaar in die tijd. Het was bij ons thuis altijd een zoete inval. Iedereen was welkom. Toen ik verkering had gekregen en zelf op zaterdagavond niet meer thuis was omdat ik naar het meissie toe moest, kwamen mijn vrienden nog steeds bij ons thuis, zo gezellig vonden ze het. Zelfs zonder mij!

En je vader en moeder vonden dat prima?
Mijn moeder vond het allemaal best en mijn vader was er bijna nooit. Altijd onderweg om met boeren handel te drijven, iets af te rekenen en tegelijk even bij te praten met een borreltje erbij. Echt, hij was er haast nooit. Alleen op zondag was hij de hele dag thuis. Als er ijs lag en wij aan de overkant gingen schaatsen, dan was hij de hele dag bezig om schaatsen te slijpen en te repareren.

Wist jij al jong dat je ook veehandelaar wilde worden?
Ja, dat ging eigenlijk vanzelf. Vee interesseerde mij wel en veehandelaar leek mij een mooi vrij leven. En dat is het ook. Een baan van negen tot vijf was niks voor mij.

In wat voor vee handelde jij?
Van alles: kalveren, varkens, schapen, koeien, enzovoort. Soms kocht ik het vee bij een boer voor een bepaalde prijs, maar het gebeurde ook wel dat ik een hoeveelheid vee meenam naar de markt en dat we dan achteraf afrekenden, op basis van wat het vee opgebracht had. Het is natuurlijk voor een groot deel een zaak van vertrouwen.

Bij ons thuis zeiden ze wel eens, dat God een aparte hemel heeft gecreëerd voor veehandelaren? Is dat nodig?
Misschien wel. Er zijn natuurlijk handelaren die de boel proberen te flessen maar dat maak je niet alleen bij de veehandel mee maar ook in allerlei andere sectoren. Van paardenhandelaren wordt wel eens gezegd dat ze nog in staat zijn om een slecht paard aan hun eigen vrouw te verkopen.

Heb jij het altijd eerlijk gedaan?
Dat denk ik wel ja. Ik probeer met alles eerlijk te zijn, dus ook met de handel. Om een voorbeeldje te geven: we haalden heel vroeg in de morgen bij een boer biggen op voor de markt. Die boer had geen zin om zijn nest uit te komen en liet het helemaal aan ons over. Die boer had zo veel biggen dat hij echt niet precies kon natellen hoe veel we er meegenomen hadden. Die boer dacht een stuk of vijftien maar het waren er 28 en dat zeiden we ook eerlijk.

Ik neem aan dat de ene dag succesvoller was dan de andere?
Er waren goede en minder dagen. Ik sloot ook wel eens dag met verlies af of de handel was zo slecht dat ik het vee maar weer mee naar huis nam. Daar staat tegenover dat ik bij een boer aan de Bovendijk wel eens een koe heb gekocht voor 3.000 gulden, die ik dezelfde dag voor 4.000 kon verkopen. Dat is leuk. Er is ook een tijd geweest dat nuchtere kalveren ontzettend veel geld opbrachten. Dat ze wel 1.000 gulden betaalden voor één kalfje. Het is geven en nemen, maar vaak was het meer geven dan nemen.

Hoe ben je destijds vanuit Berkel in Pijnacker verzeild geraakt?
Ik had verkering gekregen met Lenie Visser uit Aarlanderveen. We hadden elkaar ontmoet bij een danshappening van Martin Visser in Woerden. Op een zeker moment ‘moesten’ we trouwen en dat hebben we gedaan op 25 mei 1972. We konden door omstandigheden een leuk boerenspulletje kopen aan de Nieuwkoopseweg in Pijnacker, tegenover boerderij De Notelaer. Er zat een paar honderd meter land bij en wat schuren die goed van pas kwamen voor het vee.

En jullie kregen snel jullie eerste kind?
Ja, onze dochter Marjolein is geboren op 3 november 1972 en een paar later onze zoon Dennis. Er was een boer die aan mij vroeg: hoe ken dat nou, op 25 mei trouwen en op 3 november al een kind krijgen? Ik heb er toen maar van gemaakt dat het om zeugendracht ging. Die duurt namelijk 4,5 maand.

En je bent altijd aan de Nieuwkoopseweg blijven wonen?
Mijn vrouw niet maar ik wel.

Doe je nu nog wat?
Nee, werken doe ik niet meer. Ik ben onlangs zeventig geworden, dus ik heb al een tijdje mijn AOW. Een pensioen heb ik niet. Hier en daar verhuur ik nog wat. Al met al kom ik wel rond. Een tijdlang heb ik een vriendin gehad met meerdere kledingzaken en ook een huis in Spanje waar ik vijf keer jaar gratis naar toe kon. Maar die vrouw kon maar geen afstand doen van haar werk en daardoor voelde ik me er niet meer happy bij. We hebben nog wel contact maar geen relatie meer. Ik ben geen man om veel alleen te zijn. Daarom ga ik graag klaverjassen her en der of ergens een lekker biertje drinken. Gezelligheid en aanspraak vind ik heel belangrijk.

En vakanties?
Met de vrijgezelle gebroeders Leo en Gerard Tas ga ik nog wel eens op vakantie. Een weekje fietsen hier of daar of een leuke cruise. Binnenkort ga ik met Leo nog een weekje fietsen in Brabant.

En het klaverjassen? Ben jij een broodkaarter?
Nee, dat valt wel mee. Wat ik jammer vind dat is dat sommige mensen te veel ouwehoeren over wat voor kaarten ze in hun handen hebben. Hou gewoon je mond en speel. Terwijl ik zelf toch ook wel een flapuit ben, maar alleen niet met kaarten. Ik zeg altijd wat ik denk en dat valt wel eens verkeerd. Toch heb ik met weinig mensen ruzie. Ruzie maken is geen kunst. Het weer goed maken is een veel grotere kunst!

Heb je je zeventigste verjaardag nog groots gevierd?
Ik had geen zin in een groot feest maar mijn zussen hebben me verrast met een feestje thuis bij mijn dochter in Oude Leede. Dat was achteraf toch best heel gezellig!


Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant