Hoe zit het met insectenhotels?

Een mevrouw uit Pijnacker laat me weten dat ze een insectenhotel heeft laten maken voor in haar tuin. Of ik er eens iets over zou kunnen schrijven...

Tegenwoordig staan insectenhotels in de belangstelling, maar het is niet vanzelfsprekend wat het idee achter deze constructies is en hoe ze werken. Circa dertig jaar geleden is bijenliefhebber Pieter van Breugel begonnen met het ontwerpen van bijenhotels. Hij wilde hiermee wilde bijensoorten helpen, die hun nestjes maken in bovengrondse holletjes. Enkele tientallen wilde bijensoorten maken gebruik van zulke holletjes, waaronder klokjesbijen. Een vrouwelijke bij maakt in een holletje enkele nestkamertjes met voedsel: stuifmeel met een beetje nectar. In elk kamertje legt ze een ei en daarna sluit ze het holletje af. De nieuwe lichting bijtjes komt vaak pas het volgende jaar tevoorschijn.

Pieter heeft onderzocht aan welke voorwaarden een succesvol bijenhotel moet voldoen. Om te beginnen is het van groot belang dat er voldoende bloeiende planten groeien in de nabijheid van het bijenhotel. Het moeten bovendien de juiste plantensoorten zijn, dus bijvoorbeeld: klokjes (Campanula soorten) voor klokjesbijen. Zonder planten, geen insecten! Daarnaast geeft Pieter veel tips voor de constructie van bijenhotels in zijn boek: ‘Gasten van Bijenhotels’. Deze tips zijn ook te vinden op internet, bijvoorbeeld op de website van de Vlinderstichting. Een blok hardhout (eiken) kan gebruikt worden om gaatjes in te boren met diverse maten, van drie tot acht millimeter doorsnede. De holletjes moeten minimaal 6 centimeter diep zijn en dicht aan de achterkant. Het voordeel van eikenhout is dat de boorgaten van binnen glad zijn en dat het hout niet snel scheurt.

Het idee van een bijenhotel is opgepakt door de commercie. De naam is veranderd in insectenhotel en de indruk wordt gewekt dat er veel insectensoorten in overwinteren, zoals: lieveheersbeestjes en vlinders. Dat is echter nooit aangetoond! Veel insectenhotels bevatten zaken waar insecten niets aan hebben, zoals: ruwe boorgaten, gescheurde boorgaten, gaten waar je doorheen kunt kijken, takjes, dennenappels, boombast, hooi, bloempotjes of plankjes met spleten/gaatjes waar een holle ruimte achter zit. Het is goed bedoeld, maar veel insectenhotels zijn louter decoratief. Een bescheiden bijenhotel, op de juiste manier gemaakt en geplaatst in een weelderig begroeide tuin met de juiste plantensoorten, is een interessant studieobject voor natuurliefhebbers die het gedrag van wilde bijen willen bestuderen. Niet meer en ook niet minder.

Caroline