Afbeelding

Elektrisch rijden zit in de lift; gaat de infrastructuur in Pijnacker-Nootdorp mee in die evolutie?

Algemeen 1.057 keer gelezen

Er beweegt wat in de Nederlandse automobielindustrie. Uit de gedetailleerde cijfers van de autoverkoop in de eerste negen maanden van 2019 blijkt een opvallende trend. Aumacon, het onafhankelijk kenniscentrum van de Nederlandse automobielsector, stelt dat van de 331.267 verkochte voertuigen het overgrote deel, met name 249.000 auto's, nog altijd een benzinemotor heeft. Het is echter de tweede plek die interessant is: voor het eerst hebben de elektrische voertuigen de dieselmotoren ingehaald.

In Nederland werden dit jaar al 29.811 EV's verkocht. De derde plek is nu nog voor de dieselauto's, met rond de 26.500 exemplaren, die op de voet worden gevolgd door de hybride motoren, die rond de 25.500 schommelen. Tegen het eind van het jaar zouden er wel eens meer hybride modellen in het verkeer gebracht kunnen worden dan dieselmotoren. Er lijkt een ware evolutie bij de autorijders aan de gang: de consument wordt steeds milieubewuster.

Een snelle evolutie
Vorig jaar rond dezelfde tijd waren er maar liefst bijna twee keer zo veel dieselauto's verkocht. Toen stond de dieselmotor nog op een solide tweede plaats. De consument lijkt echter steeds meer geneigd om milieuvriendelijker te rijden. Het aantal elektrische personenauto's op onze wegen steeg in vijf jaar tijd van 44.000 naar 159.000. Maar er zijn nog wel wat hindernissen. Voorlopig zijn elektrische auto's nog een stuk duurder dan diesel- of benzinevoertuigen. Het prijsverschil bedraagt maar liefst 10.000 tot 15.000 euro. Volgens Ralf Speth, CEO van Jaguar Land Rover, heeft een groot deel van de meerprijs te maken met de grootte van de batterij. Deze kan een stuk kleiner geproduceerd worden als het aantal laadpalen in Nederland stijgt. Hoe vaker een autorijder zijn voertuig kan opladen, hoe minder capaciteit een batterij nodig heeft, en hoe goedkoper én aantrekkelijker een EV dus wordt. Meer oplaadpalen kunnen hiervoor zorgen. Bovendien, als het aantal hybride en stekkervoertuigen steeds verder stijgt, zal de infrastructuur daar sowieso op moeten worden aangepast.

De infrastructuur is er voorlopig niet
Hoewel Nederland één van de landen met de meeste openbare oplaadpalen van Europa is, dreigt er een groeiend tekort. Overheden en gemeentebesturen moeten verder onderzoeken wat de lokale behoeftes van het groeiend aantal EV's zijn. Dat kunnen ze doen door tests uit te voeren met gps software. Hiervoor kunnen ze bijvoorbeeld aankloppen bij deze producent. Zo wordt een aantal EV's in een bepaald gebied gedurende een periode gevolgd en kan nagegaan worden op welke plaatsen een oplaadpaal gewenst is.

Dat beseft ook de gemeente Pijnacker-Nootdorp
Het college van Pijnacker-Nootdorp beseft dat er meer laadpalen nodig zijn. Hiervoor werkt ze al enige tijd samen met ENGIE. In het verkeersbesluit van 7 oktober werden dan ook 5 nieuwe locaties aangekondigd: Padmoes in Delfgauw, de Brinklande in Pijnacker en de Koperslager, Hof van Wassenaer en Lauwers in Nootdorp. Bovendien is er al sinds 2017 in onze gemeente een aanvraagloket voor openbare laadpalen. De gemeente heeft immers 64 strategische laadlocaties aangewezen waar een openbare laadpaal aangevraagd kan worden. Het uitgangspunt hiervoor is dat bewoners zonder privé-laadvoorziening binnen de 250 meter van hun woning een laadpaal kunnen aanvragen. Alle laadpalen in Pijnacker-Nootdorp worden gerealiseerd en uitgebaat door ENGIE. Het is ENGIE die op lange termijn bepaalt of de oplaadvoorziening rendabel is en waar er de grootste behoefte is.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant