Afbeelding

Hoe gaat het met John en Agnet Ruigrok?

Actueel 5.876 keer gelezen

Eigenlijk zijn ze geen 'dorpsgenoten' meer, John Ruigrok en zijn partner/echtgenote Agnet Ruigrok-Boekhorst. Een kleine tien jaar geleden verhuisden ze met hun veestapel en met de jongste twee van hun vijf kinderen naar De Heen, een dorpje in het buitengebied van het West-Brabantse Steenbergen. "Je kan het vergelijken met Oude Leede ten opzichte van Pijnacker", zegt Agnet die meldt dat zij en John helemaal ingeburgerd zijn in hun nieuwe woonplaats waar ze een boerderij hebben met ongeveer tachtig hectare grond.

In Pijnacker hadden ze hun boerderij aan de Noordweg, pal langs de weg en tegenover de woonwijk van Pijnacker-Noord. Van heinde en ver kwamen er mensen naar hun zuivelboerderij voor de zelfgemaakte karnemelk, de kaas, de roomboter en voor tal van andere producten. Vooral ook heel veel mensen van Turkse en Marokkaanse herkomt wisten de weg naar Pijnacker te vinden met grote emmers. Met name in de Ramadan komen er nog wel mensen langs, terwijl John en Agnet in 2008 al hun boerderijwinkel hebben gesloten. Ze begonnen in 2009 met de bouw van een boerderij in De Heen.

Vorige week waren ze even terug op de boerderij die nu is verdeeld over twee woningen. Aan de voorzijde woont dochter Esmaralda met partner Stephan Kerperien uit het gebied van De Zwarte Cross en aan de zijkant is de voordeur van zoon Brian en zijn partner Janneke Brouwer uit Pijnacker. De oudste zoon Bob woont aan de Nes in Pijnacker-Tolhek. Kind 4, Dennis, studeert aan de Hogere Agrarische School in Dronten en is de beoogd 'opvolger' van zijn pa als veehouder en de jongste zoon Kelvin zit in 6VWO. Zijn ouders vinden het wel spannend of hij wel of niet gaat slagen. Hij wil in België vervolgens voor osteopaat gaan studeren.

Zijn jullie nog erg op Pijnacker gericht?
John: Ik eigenlijk helemaal niet meer zo, behalve dan dat we hier nog ongeveer zestien hectare grasland in gebruik hebben. De eerste jaren hadden we hier nog jongvee lopen maar dat was toch wel lastig. Op een gegeven waren er ook een paar jonge koetjes heel ziek. Toen hebben we besloten het huurland hier alleen nog te gebruiken voor de grasoogst. In Brabant hebben we tachtig hectare en in Pijnacker dus zestien, maar dat gaat de komende jaren wel steeds minder worden omdat bijvoorbeeld op grasland aan de Vlielandseweg woningen gebouwd gaan worden.

Agnet: Ik ben nog wel heel erg betrokken bij Pijnacker. Iedere twee drie weken kom ik er nog wel en van huis uit lees ik digitaal iedere woensdagmiddag trouw de Telstar. Prachtig vind ik dat omdat ik toch nog steeds heel veel bekenden tegenkom in het krantje. John is helemaal geen lezer – die las ook niet zo heel veel toen we hier nog woonden – dus ik vertel hem de dingen die ik lees waarvan ik denk dat ze voor hem interessant zijn.
John: Zo ging het dus ook al toen we nog in Pijnacker woonden destijds.

Agnet: Ik ben altijd meer bij Pijnacker betrokken gebleven omdat drie van onze vijf kinderen in 2010 niet mee wilden naar Brabant. Bob, Esmaralda en Brian bleven hier op de boerderij wonen. Brian was pas vijftien en dat was voor mij dus als moeder best wel lastig. Gelukkig waren het heel zelfstandige kinderen en hebben ze zich goed kunnen redden, terwijl wij – en vooral ik – ze op afstand bleven begeleiden met allerlei dingen.

Jullie gingen naar Brabant omdat jullie meer mogelijkheden zagen voor jullie veehouderijbedrijf?
John: Door de verstedelijking van Pijnacker raakten we steeds meer land kwijt. We konden ons alleen maar redden door overal in en rond het dorp stukjes land te huren en door zelf van alles te maken en vanuit huis ofwel vanuit de boerderij te verkopen. Het was een prachtige tijd maar we hebben zo ontzettend hard gewerkt en zo veel uren gemaakt iedere week dat onze lichamen dat echt geen tien jaar meer hadden uitgehouden. Het was ook de tijd dat de kinderen klein waren, dus vooral voor Agnet waren het heel intensieve jaren. We hadden echt veel zorgen om alles rond te krijgen. Kijk maar naar mijn haren die vooral door alle zuivelzorgen zo grijs zijn geworden.
Agnet: We hebben nu een boerderij met ongeveer 140 melkkoeien die automatisch door een robot worden gemolken. We hebben drie van die systemen en het melken gaat vanzelf 24 uur per dag door. We moeten het vooral van de melk hebben en van de verkoop van een deel van de kalveren die de 140 melkkoeien ieder jaar krijgen.

John: Een deel van de vrouwelijke kalfjes – de kuisjes – kunnen we aanhouden om onze veestapel op peil te houden. De rest wordt na verloop van tijd verkocht. Eigenlijk zouden we wat meer koeien willen hebben dan we op dit moment mogen hebben. Vanwege de fosfaatregelgeving zitten we per hectare aan een maximum hoeveelheid mest vast. Dat is het kromme van de regelgeving in Nederland. We kweken voor een groot deel ons eigen veevoer door maïs te telen, maar we moeten een deel van onze eigen mest naar akkerbouwers toe brengen en daar geld voor betalen, met het gevolg dat we voor ons eigen land kunstmest moeten inkopen. Dat kost ons dus dubbel geld en wat is de winst? De productie van kunstmest is niet natuurlijk en kost ook veel energie. Daar komt nog bij dat de fosfaatwetgeving gebaseerd is op de situatie van 2015; het aantal koeien dat we toen hadden. Op dat moment waren we nog bezig om onze veestapel rustig op te bouwen, nadat we in 2010 van start waren gegaan. Het gevolg is dat we nu dus minder uit ons bedrijf kunnen halen dan er eigenlijk in zit en dat de bedrijfsvoering duurder is dan eigenlijk nodig is. Gewoon de eigen mest gebruiken op het land in plaats van kunstmest inkopen zou een stuk gunstiger zijn.

Is dit Nederlandse of Europese regelgeving?
Agnet: Dat is het bijzondere: het is Nederlandse regelgeving. Onze Belgische collega's lachen zich rot om wat in Nederland gaande is. Wij moeten veel betalen aan fosfaatrechten per extra koe en daar komen de kosten van die koe zelf dan nog bij. In België hebben ze die kosten helemaal niet en kopen ze lachend onze koeien. John: Het is inderdaad krom maar we willen er absoluut geen huil- en klaagverhaal van maken. We hebben een goed bedrijf en ik geniet iedere dag met volle teugen van dit werk en dit bedrijf.

Wat is voor jullie de kick van dit boerenwerk?
John: Het is geweldig om de koeien gezond en happy te zien en om ze intussen toch een topproductie aan melk te laten leveren.

Jullie hebben het daar in De Heen goed naar de zin dus? En jullie missen Pijnacker niet?
John: Ik niet heel erg. Het is leuk om eens in de twee drie weken terug te zijn en onze kinderen of vrienden te bezoeken, maar mijn leven is nu daar in Brabant.
Agnet: Missen is niet het goede woord maar ik vind het nog wel steeds heel leuk om naar Pijnacker toe te komen, mensen te ontmoeten en van alles te volgen. Mijn leven is ook daar. We hebben ons goed ingeburgerd in onze sociale omgeving daar, behalve dan het carnaval. Daar hadden we in Pijnacker meer mee dan in Brabant.

John: Voor mijn gevoel draait het daar bijna alleen maar om bier drinken en ik lust niet echt bier. Ik drink liever melk of een bacootje.
Agnet: Het sociale leven is daar verder prima. Ze vieren daar alles wat maar te vieren is. Met ongeveer dertig andere boerinnen hebben we een boerinnen/vriendinnenclub en dat is heel leuk. Het is wel wennen voor mij dat straks alle kinderen de deur uit zijn. Ik miste die drie al die hier bleven en de jongste gaat straks ook zijn eigen weg. Het is wel leuk dat de kinderen met elkaar een gezin zijn blijven vormen en dat ze nu – naarmate ze wat ouder worden - ook meer interesse in en voor elkaar hebben gekregen. Ze kunnen het allemaal goed vinden met elkaar. Om toch een beetje gezelschap thuis te hebben, is er een zesde 'kind' gekomen. Dat is onze hond Dexter. Een heerlijk beestje dat overal mee naar toe gaat.

En het bedrijf doen jullie net als in Pijnacker nog steeds helemaal samen?
John: Zeker. Wij zijn een hecht duo. We kennen elkaar sinds 1987 – we hebben elkaar ontmoet bij een dansavond in Het Witte Paard – en onze relatie is nog steeds geen sleur. We zijn getrouwd sinds 1990 en hebben het zilveren huwelijk in 2015 groots gevierd. Agnet is ook van boerenherkomst en bij haar thuis aan de Klapwijkseweg maakten ze vroeger ook kaas. We hebben dus allebei boerenbloed.

Wat is het geheim van jullie relatie?
Agnet: We respecteren elkaars eigen karakter en we vullen elkaar goed aan denk ik. John: Ja, zo is het! Het moet ook wel goed zijn, anders hou je het niet zo lang uit om samen te werken en samen te leven.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant