IJsvereniging Pijnacker ontvangt koninklijke erepenning

Vanwege het 125-jarig bestaan heeft de IJsvereniging Pijnacker maandagavond 25 oktober een koninklijke erepenning ontvangen. Voorzitter Peter Suijker nam de penning in ontvangst uit handen van burgemeester Francisca Ravestein die de vereniging lovend toesprak.

De uitreiking van de penning was in De Tinteltent, het clubhuis van de IJsvereniging Pijnacker aan de Sportlaan. De uitreiking ging vooraf aan de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.

De leden waren naar de vergadering gelokt, onder het voorwendsel dat er iets heel bijzonders ging gebeuren. Daar was geen woord aan gelogen, omdat het namelijk best bijzonder is dat een sportvereniging koninklijk wordt onderscheiden.

Het Koninklijk Huis gaat bij dit soort onderscheidingen natuurlijk niet over één nacht ijs. Er wordt grondig onderzoek gedaan naar de financiële staat van de vereniging en de bestuursleden moeten van onbesproken gedrag zijn. Met de financiën zit het wel goed, mede dankzij het uitstekend beheer door penningmeester Bert-Jan Mostert.

De burgemeester vertelde dat de penning eigenlijk op 14 september 2020 al uitgereikt zou worden. Op die datum bestond de vereniging exact 125 jaar. Anders gezegd: die dag was het 125 jaar geleden dat in 1895 de oprichtingsvergadering plaatsvond. In hetzelfde jaar kregen ook Nootdorp en Delfgauw een ijsvereniging. In de winter ervoor had het heel hard gevroren. Het was wel twintig graden onder nul geweest.

De burgemeester gaf een kort exposé over de historie van de club die lange tijd nog geen eigen baan had. Er werden her en der allerlei wedstrijden georganiseerd – van hardrijden tot kunstschaatsen en priksleeën – op diverse bevroren wateren, onder meer de Laanvaart langs de Oostlaan en de Westlaan en ook op de Plas van Van Buijsen tussen de Zuidweg en de Overgauwseweg. En na de realisering van de Groenteveiling Pijnacker rond 1915 ook op de veilingvaart waarover heen de schuiten naar de veiling werden geloodst.

De allereerste ijsbaan van de club werd aangelegd daar waar nu Pijnacker-Noord is, ergens tussen de Goudenregensingel en de Weigelialaan. Deze baan was geen succes omdat er voortdurend lekkage was. De eerste echte goede baan was op het land van boer Joop van Adrichem aan de Zuidweg. Bij de baan langs de Zuidweg werden ook lampen geplaatst en zodra er ijs lag stond er een koek-en-zopietent. Een clubhuis was er nog niet.

Vanaf de Zuidweg verkaste de club naar de Rijskade en toen de grond daar nodig was voor de aanleg van het tuinbouwgebied Noordpolder volgde de verhuizing naar de huidige locatie aan de Sportlaan waar ook De Tinteltent werd gerealiseerd. Die verhuizing dateert van 1988. Er werd toen een 400-meterbaan aangelegd met alles erop en eraan.

Intussen was in 1973 in Den Haag De Uithof open gegaan en kon er ook worden geschaatst en getraind in tijden dat er geen natuurijs was. De nieuwe ijsbaan daar gaf de club een grote impuls. Er groeide een jeugdafdeling onder deskundige leiding die op het hoogtepunt 285 jongens en meisjes telde. Nog altijd is de club heel serieus bezig met het opleiden van jeugd.

De vereniging heeft door de jaren heen de nodige nationale talenten en toppers voorgebracht, zoals Michael en Alain Poot bij de korte sprint en Kurt Wubben bij de marathons op kunstijs en natuurijs. Op dit moment is bij de marathon vooral Niels Overvoorde een topper die met de besten meerijdt. De IJsvereniging Pijnacker is een club waar heel veel vrijwilligers altijd klaar staan om dat te doen wat nodig is. Vooral als er echt ijs ligt en de baan open kan, moet er heel veel werk worden verzet en dan is er volop leven op en rond de baan.

Uiteraard hoopt iedereen weer op een strenge winter met natuurijs, maar gezien de klimaatontwikkeling wordt het geloof daarin steeds minder groot. En dus worden alle inspanningen gericht op De Uithof, waar de leden van de IJVP heel vaak te vinden zijn.

De club heeft het jubileum in 2020 gevierd met net voor corona een mooi feest en met later in het jaar de verschijning van een mooi jubileumboek waarvan belangstellenden nog een exemplaar kunnen verkrijgen via secretaris Ruben van der Ploeg. Intussen is levensjaar 127 ingegaan en gaat de IJVP koninklijk op weg naar het 150-jarig bestaan in 2045! Niet voor alle leden maar voor de club op zich moet dat haalbaar zijn!