Afbeelding

Nieuwe informatie HVC leidt niet tot andere standpunten

Actueel 1.249 keer gelezen

Pijnacker-Nootdorp - Het college ziet geen aanleiding om het standpunt over de quasi-inbesteding bij HVC te wijzigen. De brieven van EEW en AVR en de reactie van onderzoeksbureau KplusV, geven hier geen aanleiding toe. 

Ook al was deze informatie eerder aan het licht gekomen, zou het college de raad niet anders hebben geadviseerd. Dit is de conclusie die volgt op de schriftelijke vragen van raadslid Janno Meijer namens de CDA fractie. Volgens het college zijn de onzekerheden over mogelijke prijsontwikkelingen in de markt voldoende in het rapport van KplusV meegenomen.

Nadat de brief ‘De afvalstoffenheffing is geen Pinautomaat!’ verscheen, stelde de fractie van het CDA vragen over de informatie van het college richting de raad. In de brief geven commerciële marktpartijen aan geschokt te zijn door het eenzijdige beeld dat de raadsleden is voorgespiegeld. De marktpartijen stellen dat de informatie, die de raadsleden hebben gekregen, sterk sturend was naar één uitkomst, namelijk het aangaan van een publieke samenwerking tussen Avalex en HVC. Volgens de partijen zal de afvalstofheffing bij inbesteden stijgen tot het hoogste niveau van de Nederlandse gemeenten.

Reactie KplusV
KplusV geeft echter aan dat het verwerkingstarief voor restafval slechts een van de onderdelen is die de hoogte van een afvalstofheffing bepalen. Gemeenten hebben zelf de ruimte om de samenstelling en de hoogte van de afvalstofheffing te bepalen. De verwerking van restafval kan de komende jaren volgens het onderzoeksbureau wel omhoog gaan, omdat er een verbrandingsbelasting op verbranding wordt geïntroduceerd en omdat de verbrandingsbelasting omhoog gaat. In de brief werd gesteld dat de afvalstofheffing wordt gebruikt als pinautomaat voor de algemene middelen van de gemeenten.

Volgens het onderzoeksbureau is het aan de gemeenten om te bepalen op welke wijze er wordt omgegaan met de opbrengsten uit bijvoorbeeld garantstellingsprovisies. In de beantwoording geeft het college aan het voornemen te hebben om de provisie van 11 euro te verrekenen met de afvalstofheffing.

Feitelijke onjuistheden
Voor Meijer is het antwoord van KplusV niet bevredigend genoeg. “Een aantal van de claims uit de EEW- en AVR-brief wordt niet weerlegd of ten onrechte terzijde geschoven. Een marktverkenning leert bijvoorbeeld dat er wel degelijk iets voor valt te zeggen,dat de tarieven uit het KplusV-rapport hoger zijn dan die in de markt. Zie hiervoor bijv. RAD Hoeksche Waard of de casus Groningen. Groningen heeft een tarief van 68 euro bij Omrin. Dat is lager dan de in KplusV-rapport genoemde bandbreedte van 80 euro-100 euro. Dat weet KplusV ook, want zij hebben hierin geadviseerd. Uiteindelijk kost dat onze inwoners geld en daar is het CDA scherp op, scherp op geweest en daar zullen we ook scherp op blijven”, zegt hij.

Meijer begrijpt de reactie van het college en het feit dat de standpunten wat betreft HVC ongewijzigd blijven. Wel vindt hij dat het rapport van KplusV feitelijke onjuistheden bevat. “Het college laat zich adviseren door KplusV en baseert zich op het rapport wat ook de raad ter beschikking is gesteld. Wat daarin bijzonder is, is dat een bewering zoals in het KplusV-rapport wordt gedaan, namelijk dat ‘Elk nieuw afvalcontract dat Avalex per 2022 en verdere jaren afsluit, zal een hoger tarief voor verwerking van restafval kennen, ongeacht of het gaat om het verwerken van bron gescheiden restafval of na te scheiden restafval’ feitelijk onjuist is.”

Markt restafval
Meijer geeft aan dat de nieuwe informatie voor de CDA-fractie aanleiding geeft zich nogmaals te buigen over het genomen besluit en de vraag of er een markt bestaat voor restafval. “Voor het CDA zijn de tarieven, opties voor nascheiden en duurzaamheid belangrijke punten in de afweging. Iets wat onderbelicht blijft in de hele discussie, maar waar we wel aandacht op hebben gevestigd, is dat HVC erg blij is met nieuw restafval van ruim 335.000 Avalex-huishoudens (voor in de ovens). “Je kunt je afvragen: waarom is dat? We willen naar mínder restafval. Het CDA heeft het college daar ook over bevraagd. Waarom dat relevant is? Voor HVC is het - als eigenaar van die ovens - erg belangrijk om die ovens gevuld te krijgen, die worden immers niet gestookt met lucht. Voorheen importeerden veel verbranders afval uit het buitenland, maar die markt is wat stilgevallen. Op den duur is er hopelijk, onvoldoende aanbod om alle ovens te vullen met restafval. Er zullen ovens moeten sluiten en dat past ook bij de ontwikkeling naar een circulaire economie. Als aandeelhouder van HVC zit je dan met twee ovens in je maag met onder gemiddelde energieprestaties. Als je eens in de zoveel jaar aanbesteedt, ga je sneller mee in de transitie naar minder verbranding en ontloop je dus ook de almaar stijgende verbrandingsbelasting. Die heeft tot slot ook als doel om zoveel mogelijk te ontmoedigen dat afval wordt verbrand.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant