Rechters zijn vaak van tevoren al geneigd de overheid in het gelijk te stellen, zegt Han Schmitz.
Rechters zijn vaak van tevoren al geneigd de overheid in het gelijk te stellen, zegt Han Schmitz.

Uitspraak over AOW-zaak in augustus

Actueel 9.952 keer gelezen

Vorige week donderdag 2 juli diende bij de Centrale Raad van Beroep voor de Rechtspraak in Utrecht het hoger beroep dat Pijnackernaar Han Schmitz had aangespannen tegen de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dat is namens de Staat der Nederland het uitvoeringsorgaan van de AOW, de Algemene Ouderdoms Wet.

Han Schmitz maakt al heel lang studie van alles wat met AOW te maken heeft. Volgens hem deugen de AOW-wet en de Pensioenwet allebei niet. Kernpunt van het AOW-geding is dat Schmitz betoogt dat op basis van de nieuwe AOW-wet het moment waarop iemand 65 wordt bepalend is voor het moment waarop hij AOW-gerechtigd wordt.Schmitz bereikte in november 2015 de leeftijd van 65 jaar. Op dat moment had na 65 jaar en drie maanden recht op AOW. De SVB gaat echter uit van het moment waarop iemand AOW-gerechtigd wordt. Dat is een datum in 2016 en op basis daarvan kreeg Schmitz pas na 66 jaar en zes maanden zijn eerste AOW.

Daarnaast vindt Schmitz dat de overheid AOW-rechten onteigent door de aanvangsleeftijd van vijftien jaar op te schuiven naar ‘vijftig jaar voor het moment dat iemand AOW-gerechtigd wordt’. De Pijnackernaar kreeg uitgebreid de gelegenheid om zijn verhaal te doen. Uitspraak is op 13 augustus.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant