Winkelcentrum De Parade in Nootdorp is een buitenbeentje omdat het relatief gezien veel klanten van buiten de gemeente aantrekt. En dan vooral vanuit Den Haag.
Winkelcentrum De Parade in Nootdorp is een buitenbeentje omdat het relatief gezien veel klanten van buiten de gemeente aantrekt. En dan vooral vanuit Den Haag. Foto: Paul Martens

'Winkelcentrum Internet' lokt steeds meer mensen

Regio - Een winkelcentrum met 32.000 winkels, oftewel vier keer Amsterdam. Het is nauwelijks voor te stellen, maar het bestaat echt en het heeft in zes jaar tijd het aantal klanten zien verdubbelen. De naam van deze retail-gigant? Internet. Online winkelen is aan een onstuitbare opmars bezig. Dat is een van de conclusies uit het Koopstromenonderzoek voor de Randstad dat onlangs verscheen. Daarin wordt haarfijn getoond waar de Randstedelingen hun dagelijkse boodschappen doen, en waar ze 'funshoppen'. En omgekeerd: waar de klanten in de diverse winkelcentra vandaan komen.

In de Randstad woonden eind 2016 7,7 miljoen mensen, die op jaarbasis 21,1 miljard euro aan de dagelijkse boodschappen uitgaven, en 22,4 miljard aan overige zaken als kleding, verzorging, recreatie en wooninrichting. In totaal zijn er 42.505 winkels, geclusterd in 1.111 winkelgebieden, die samen een aaneengesloten gebied van 11 vierkante kilometer beslaan, precies tien keer zo groot als het grootste winkelcentrum ter wereld in Dubai.

De cijfers voor de regio Oostland zijn ook behoorlijk interessant. Pijnacker-Nootdorp (52.000 inwoners) en Lansingerland (59.000 inwoners) vallen allebei in dezelfde categorie. De cijfers laten zich dus goed met elkaar vergelijken.

Trouw

Als er iets meteen opvalt, dan is het dat Lansingerlanders trouwer zijn aan winkelen in de eigen gemeente dan mensen uit Pijnacker-Nootdorp. En dat geldt zowel voor de dagelijkse als voor de niet-dagelijkse aankopen. De dagelijkse boodschappen die in Lansingerland verkocht worden belanden voor 94 procent bij Lansingerlanders op tafel. Voor niet-dagelijkse aankopen is dat 81 procent. In Pijnacker-Nootdorp is 78 procent van de kopers van levensmiddelen uit de gemeente zelf afkomstig, en maar 70 procent van de mensen die kleding of huisraad kopen.

Het verschil zit hem vooral in winkelcentrum De Parade in Nootdorp. Daar blijkt maar liefst 28 procent van de klanten voor levensmiddelen uit Den Haag te komen. Wat niet zo vreemd is als het op het eerste gezicht lijkt: de Haagse wijk Ypenburg ligt vlakbij. In Pijnacker-Centrum zijn het vooral Pijnackernaren die boodschappen doen; 95 procent van de klanten is lokaal, en dat is ongeveer hetzelfde als in de drie kernen van Lansingerland, te weten Bleiswijk, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek.

Afvloeiing

Het onderzoek laat ook zien dat zowel mensen uit Lansingerland als uit Pijnacker-Nootdorp voor de niet-dagelijkse aankopen niet het gevoel hebben dat hun eigen gemeente toereikend is. Lansingerlanders kopen mode, schoenen en dergelijke voor 38 procent in de eigen gemeente, wat best een redelijke score is. Maar Rotterdam en Zoetermeer lokken beide 13 procent van de Lansingerlanders, die ook shoppen in Delft (4 procent), Pijnacker-Nootdorp (2 procent) en Den Haag (1 procent).
De inwoners van Pijnacker-Nootdorp doen maar 32 procent van hun niet-dagelijkse aankopen in de eigen gemeente. Daar is de trek van buurgemeente Delft juist heel groot, met 16 procent afvloeiing. Gevolgd door Den Haag (9 procent), Zoetermeer (7 procent), Rotterdam (4 procent), Rijswijk en Lansingerland (beide 2 procent).
'Winkelcentrum Internet' boert ook goed in beide Oostlandgemeenten, vooral als het om niet-dagelijkse aankopen gaat. Beide gemeenten laten een ruime verdubbeling zien. In Lansingerland is er sprake van afvloeiing van 22 procent, dat was in 2011 nog maar 10 procent. En in Pijnacker-Nootdorp is dat 21 om 9 procent, wat overeenkomt met het landelijke beeld.