Veel vragen bij totale verwoesting bedrijfsverzamelgebouw

De enorme brand die donderdag 7 december een bedrijfsverzamelgebouw op De Boezem volledig in de as legde, roept veel vragen op. De brand is ontstaan bij autobekledingsbedrijf Rovako, een van de elf bedrijven of particulieren die een unit hadden in het verzamelgebouw waar in 2012 ook al brand woedde. Toen ontstond de brand bij een autopoetserij en kon het pand grotendeels worden gered. Nu brandde het totale bedrijfspand volledig uit en moet het volledig worden herbouwd.

Gelukkig is er geen persoonlijke schade. De materiële schade is enorm en zal de komende weken door verzekeringsbedrijven in kaart gebracht moeten worden. Al snel na de brand werd bij Flaton Makelaars aan de Boezemweg een crisiscentrum ingericht. José Flaton heeft daarbij een leidende rol. Zij heeft samen met echtgenoot Eric een bedrijfsmakelaarsbedrijf dat thuis is op De Boezem. Daarnaast is zij ook bestuurslid van de vereniging waarin bedrijven op De Boezem met elkaar samenwerken bij allerlei zaken die hun eigen onderneming overstijgen, zoals veiligheid en glasvezelkabelaanleg bijvoorbeeld. José vertelde gisteren dat zij met een aantal gedupeerde ondernemers en ook particulieren bezig is vervangende ruimte te vinden, veelal elders op De Boezem. "We merken dat er een grote betrokkenheid en bereidwilligheid is bij collega-ondernemers en pandeigenaren op De Boezem om de gedupeerde bedrijven en personen zodanig bij te staan dat ze snel weer hun werkzaamheden kunnen oppakken. Nog deze week zullen de eerste bedrijven een vervangende ruimte kunnen betrekken."

Intussen zijn er nog heel veel vragen te beantwoorden. Wat was de oorzaak van de brand en hoe heeft die kunnen ontstaan, op donderdagmorgen even na zes uur? De brandweer was heel snel ter plaatse en de watertoevoer was deze keer geen probleem. Toch kon de brandweer heel lang niet naar de kern van de brandhaard, omdat de gastoevoer niet afgesloten kon worden. Dat heeft volgens pandhuurder Ad Bakker van AB uiteindelijk vier uur geduurd omdat Stedin de put waar het gas moest worden afgesloten niet kon vinden. Intussen kon de brandweer niet veel meer doen dan de fik zo veel mogelijk beheersen en de omliggende panden preventief nat houden. Dat laatste is gelukt, zodat de brand tot het bedrijfsverzamelgebouw beperkt bleef. Volgens José Flaton is het zaak dat Stedin, de gemeente en de vereniging De Boezem in kaart gaan brengen waar die afsluitingsputjes zitten, zodat er een volgende keer veel sneller actie kan worden ondernomen. Ad Bakker heeft op zijn beurt de nodige vragen over de brandveiligheid van het pand. "Ik denk dat we met z'n allen hier heel serieus naar moeten gaan kijken. Bij nieuwbouwpanden zal het allemaal wel goed geregeld zijn, maar hoe is het gesteld met de brandveiligheid van oudere panden waarvan we er op De Boezem nogal wat hebben? En wat voor eisen zijn er gesteld bij de gedeeltelijke herbouw van het pand na de brand in 2012", aldus Ad Bakker, die deze week zekerheid hoopt te krijgen over vervangende bedrijfsruimte.