Veel minder aangiften

Leidschendam-Voorburg - Politie Haaglanden heeft de korpsresultaten van de eerste vier maanden van 2009 gepresenteerd College. Deze cijfers zijn terug te vinden op www.hoeveiligismijnwijk.nl. Leidschendam-Voorburg is één van de negen gemeentes in het verzorgingsgebied van politiekorps Haaglanden.

Jan Vlijm, bureauchef van Leidschendam-Voorburg geeft een toelichting op de prioriteiten en resultaten van zijn bureau. Hij kijkt tevreden terug op de afgelopen maanden, waarin het aantal aangiftes met 21% daalde ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit is sterker dan in de rest van de regio Haaglanden, waar 16% minder aangiften binnenkwamen.

Vlijm: “Grosso modo zou je kunnen stellen dat het veiliger geworden is in Leidschendam-Voorburg. Ik ben dan ook trots op de tot nu toe behaalde resultaten; ze reflecteren onze niet-aflatende inzet om te werken aan de veiligheid en vertrouwen”.

Aantal woninginbraken daalt

Opmerkelijk in deze periode is het aantal woninginbraken. Toen aan het begin van 2009 bleek dat het aantal woninginbraken sterk toenam vergeleken met dezelfde periode vorig jaar (26%), werd er recherchecapaciteit vrijgemaakt om het probleem projectmatig aan te pakken.

Een speciaal onderzoeksteam ging aan de slag en had al snel zicht op een dadergroep. In april werd een tweetal verdachten uit deze groep op heterdaad aangehouden bij een inbraak. Vanaf dat moment begon de curve van het aantal woninginbraken al te dalen.

In mei werd nog een aantal aanhoudingen verricht. De verwachting is dat de cijfers in de volgende rapportage nog verder gedaald zullen zijn. Bureauchef Vlijm: “Uit deze zaak blijkt maar dat het mogelijk is om een inbraakgolf een halt toe te roepen. Dat vraagt kostbare investering in tijd en menskracht, maar loont dus wel!”

Lokale aandachtspunten

Bureau Leidschendam-Voorburg heeft een aantal aandachtslokaties en prioriteiten benoemd binnen de gemeente. Zo kiest zij in de wijk Prinsenhof voor nadrukkelijke aanwezigheid van de politie om de daar voorkomende overlast van met name jeugd tegen te gaan.

“Onontbeerlijk daarbij is echter de samenwerking met de verschillende maatschappelijke partners”, licht Jan Vlijm toe: “We streven ernaar om samen met gemeente, woningbouwvereniging, GGZ en jongerenwerk te komen tot een integrale aanpak. Ook hebben we geïnvesteerd in de samenwerking met huismeesters. Zij zijn van grote waarde bij het in kaart brengen van de problemen”.

Daarnaast is het bureau ook nadrukkelijk bezig geweest met de aanpak van zakkenrollerij. Ook op dat gebied is de samenwerking met andere partijen van belang. In de winkelcentra Leidschenhage en Koningin Julianaplein is niet alleen de politie, maar ook beveiliging zichtbaar aanwezig.

Bovendien houden bij het Koningin Julianaplein en Koningin Julianaplein scholieren onder de naam ‘Corbulowatch’ en onder regie van de schoolagenten toezicht. Een groot deel van het personeel van de winkelgebieden in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen is goed opgeleid en individuele en collectieve winkelverboden hebben een positieve invloed. Het aantal aangiftes van zakkenrollerij was in deze periode met 25 aanzienlijk lager dan de 49 aangiftes in dezelfde periode vorig jaar.

Vertrouwen

Het vertrouwen dat de inwoners van Leidschendam-Voorburg in de politie hebben, is op meer gebaseerd dan cijfers alleen. Vertrouwen heeft voor een groot deel te maken met dienstverlening en de mate waarin burgers worden betrokken bij de veiligheidszorg. Zo heeft Bureau Leidschendam-Voorburg verschillende initiatieven ontplooid om de betrokkenheid van de inwoners te vergroten.

“Ik vind dit een heel belangrijk thema”, zegt de bureauchef. “Niet alleen voor de inwoners van de gemeente, maar ik trek het me ook persoonlijk aan. Vertrouwen moet natuurlijk van twee kanten komen. Daarom zorg ik er voor dat ik zelf in ieder geval één bijeenkomst van elk wijkplatform bijwoon."

"Ook zullen de komende periode een aantal inwoners van Leidschendam-Voorburg een surveillancedienst meedraaien. Zo krijgen ze meer inzicht in het politiewerk en de moeilijke keuzes en situaties waar de dienders op straat voor komen te staan.”