Stedenbanden besproken

Leidschendam-Voorburg - Het nut, functionaliteit en noodzaak van de stedenbanden zijn in de commissie Algemene Zaken vorige week besproken. Een gevolg van het onderhouden van stedenbanden is dat er naar die landen gereisd wordt. Maar wie moet dat betalen? De gemeente of de college- en raadsleden zelf? De verschillende fracties vertellen hun zienswijze.

door Judith Poppema

M. Cornelissens (GroenLinks) is – zoals meer fracties – voorstander van het onderhouden van stedenbanden. Zo kan informatie tussen steden uitgewisseld worden. “Maar gesubsidieerde stedenbanden moeten een maatschappelijk nut hebben.” Zij is van mening dat reisjes naar die landen op eigen kosten moeten worden gedaan en niet op basis van subsidies van de gemeente.

P. Jansen (OPL-V) vindt dat de reisjes de laatste jaren meer snoepreisjes zijn geworden, een uitwisseling van cultuur. Volgens hem hebben de afgelopen twintig jaar ook vaak dezelfde mensen een reisje gemaakt. “Dat was de bedoeling niet. Dat is zonde van het geld.”

H. Oldersma (PvdA) meent echter dat “als raadsleden als raadslid meegaan, dan zijn de kosten voor de gemeente. Het is immers geen privéreis. Gaan ze als privépersoon op reis, dan zijn de kosten uiteraard voor de persoon in kwestie zelf”. Volgens hem is het altijd zo geweest dat de baas de reiskosten voor zijn personeel betaalt zolang het een werkreis is. “Waarom zou dat anders moeten liggen voor raadsleden?”

Verplichtingen

P van Ostaijen (CDA) vindt dat als je democratisch besluit een stedenband te onderhouden, dat dan betekent dat enkele raadsleden in beperkte mate om bepaalde redenen daar naar toe moeten kunnen gaan. “Verder zit er een aantal verplichtingen aan vast: een deugdelijke voorbereiding, een goede inbreng ter plekke en achteraf rapporteren. Als dat allemaal wordt gedaan, dan kan wat ons betreft dat worden betaald uit de gemeentemiddelen.”

Volgens H. Klazenga (Gemeentebelangen) zit er aan een stedenband een goede ambtelijke ondersteuning aan vast. “Daar kan ik mij in vinden. Maar ik kan mij niet vinden in het feit dat raadsleden en wethouders regelmatig die kant op gaan. En ook dient er een beperkte delegatie naar toe te gaan.”

J. Schellings (D66) vindt dat reizen functioneel moeten zijn. Er zijn eigenlijk wel eens reizen geweest die niet functioneel waren, maar hij is van mening dat ieder raadslid zèlf die afweging moet maken. “En als een raadslid denkt dat een reis functioneel is, dan is er natuurlijk over de kosten te praten.” V

ervolgens vindt R. Klop (VVD) dat als de gemeente een delegatie stuurt, het raadslid dan ook als raadslid gaat. Daar is geen enkel privébelang bij. “Dat doe je in je rol als raadslid en dan denk ik dat die kosten vanuit de gemeente betaald moeten worden”. Wel kan van tevoren afgesproken worden hoe groot een delegatie moet zijn.

“De SP is uiterst terughoudend in het opstellen van een stedenband”, meent M. El Mousati (SP) tenslotte. “Wij vinden dat je dit moet kunnen verantwoorden naar de burgers toe.”